F&L methode® logo
  • Start
    • Start
  • Dyslexie
    • Dyslexie
    • Publicaties dyslexie
  • F&L methode®
    • F&L methode® software
    • Wat is de F&L methode®
    • Behandeling met de F&L-methode®
    • Indruk F&L methode® Software
    • Publicaties en wetenschappelijk Effectonderzoek F&L-methode®
    • Zoek F&L behandelaar in de buurt
  • Taal in Blokjes
    • Wat is Taal in Blokjes
    • TiB voor zorgniveau 2 en 3
    • Workshop Taal in Blokjes
    • Schoolarrangement
    • Ketenzorg van TiB naar F&L
    • Waar zit Taal in Blokjes
  • Vraag & antwoord
    • Doelstellingen F&L-expertisecentrum
    • Vraag & antwoord
  • Ervaringen van gebruikers
    • Ervaringen van gebruikers
  • Contact
    • Zoek F&L behandelaar in de buurt
    • Contact

Vraag & antwoord

Home Vraag & antwoord

Zoek een gespecialiseerde F&L-behandelaar bij in de buurt!

Het F&L-behandelprogramma voor dyslexie is het vervolg op Taal in Blokjes.
F&L is het enige programma dat naadloos aansluit op Taal in Blokjes.

Zoek F&L behandelaar

F&L methode® en Taal in Blokjes

De F&L-methode® (Fonologische en Leerpsychologische methode) is het behandelprogramma voor leerlingen met lees- en spellingproblemen, met name voor dyslexie. Dit programma wordt ook ingezet bij het behandelen van basisvaardigheden, bijvoorbeeld bij logopedie. Deze methode is wetenschappelijk onderzocht en evidence based, zie hiervoor de vraag Is de F&L methode® / Taal in Blokjes wetenschappelijk onderzocht?

Het F&L-programma bestaat uit meer dan 60 modules met twee thuismodules en wordt gebruikt door gespecialiseerde praktijken/instellingen (zie ook indruk F&L software). Alleen F&L-gecertificeerde praktijken en instellingen gebruiken de F&L methode®.

Taal in Blokjes is de schoolversie van de F&L-methode®, het is een uitsnede van het F&L-behandelprogramma. Taal in Blokjes biedt materialen, software en workshops. Het Taal in Blokjes interventiepakket wordt toegepast op scholen, bijvoorbeeld met een schoolarrangement, en in praktijken voor logopedie en remedial teaching.

De F&L-methode is een fonologische methode met een vast systeem van kleuren voor soorten klanken.

De F&L-methode is opgebouwd in fases. De fases zijn ingedeeld in modules. De modules zijn cumulatief. Woordstructuren die bij lezen en spellen aan bod komen zijn:

  1. klankzuivere woorden,
  2. bijna klankzuivere woorden: woorden met stomme klinkers en woorden met klankverkleuringen op r en l,
  3. klankregelwoorden,
  4. woorden met grammaticale regels,
  5. leenwoorden.

Elke module bevat een grote hoeveelheid werkvormen voor lezen en spellen. Aan het F&L-programma zijn twee thuismodules gekoppeld. Met het logboek en de huiswerkplanner kunnen de vorderingen in kaart gebracht gebracht worden.

.Leerfasen woordopbouw 3

Taal in Blokjes is methode onafhankelijk en kan naast elke lees- en spellingmethode worden gebruikt. Woorden zijn woorden. Taal in Blokjes voegt met name fonologische informatie toe aan bestaande lees- en spellingmethodes (vaste kleuren voor soorten klinkers en medeklinkers).

Tip: bekijk onze brochure Ketenzorg

De F&L-methode® is ontwikkeld voor de behandeling van dyslexie en (ernstige) lees- en spellingproblemen. De methode bestaat o.a. uit een zeer uitgebreid computerprogramma ingedeeld in modules en is evidence based.

Taal in Blokjes, ook bekend als de F&L-schoolversie, is ontwikkeld als interventieprogramma voor scholen. Het is een uitsnede van de F&L-methode®. Taal in Blokjes wordt op scholen en praktijken gebruikt bij de begeleiding en behandeling van leerlingen met lees- en spellingproblemen.

Bij zeer hardnekkige lees- en/of spelling problematiek of dyslexie kan worden overgegaan naar specialistische behandeling. De koppeling Taal in Blokjes - F&L-methode zorgt voor een goede integratie van extra hulp op school naar specialistische behandeling.

Omdat scholen die Taal in Blokjes gebruiken al bekend zijn met de basisprincipes van de F&L-methode, kunnen zij de leerling optimaal ondersteunen bij een dyslexiebehandeling. Op deze wijze is een efficiënte en goede ketenzorg mogelijk tussen een school, ouders en de praktijk/instelling.

De F&L-methode® is de enige methode voor de behandeling van dyslexie die zorgt voor een continuüm van hulp van school naar zorg. Bij alle andere programma’s voor de behandeling van (ernstige) dyslexie is er geen sprake van een koppeling tussen een (remediërend) schoolprogramma en het behandelprogramma voor dyslexie.

Zie ook: Ketenzorg Dyslexie: van Taal in Blokjes naar F&L-dyslexiebehandeling

Taal in Blokjes is een geïntegreerde methode voor lezen én spelling. Lezen en spelling zijn twee kanten van dezelfde munt, ze hebben allebei betrekking op dezelfde Nederlandse woorden.
De werkvormen voor lezen (decoderen) en spellen (coderen) versterken elkaar en vullen elkaar aan binnen deze methode. Zo geeft het fonologisch coderen van teksten (klanken kleuren) ook inzicht in de spelling van woorden. Naar gelang het leerdoel kan het accent wel meer op lezen of op spelling komen te liggen.

De F&L-methode is wetenschappelijk onderzocht aan de universiteit van Utrecht en bij het Expertisecentrum Nederlands, Nijmegen. Zie hiervoor o.a. de publicaties in het tijdschrift voor Orthopedagogiek van E.C. van Geffen, M. Berends en J. Franssens (2008) en de publicaties in het tijdschrift voor Orthopedagogiek en Pedagogische Studiën en van M.A.R. Gijsel (2009) en van M.A.R. Gijsel en A.M.T. Bosman (2010).

U kunt meer lezen bij F&L methode® » publicaties

Meer achtergrondinformatie is te vinden bij F&L methode® » publicaties.

Leestips:

  • Het artikel "Taal in Blokjes" (1997) over de F&L methode®.
  • Het artikel over de effectonderzoeken (2010) uit het Tijdschrift voor Remedial Teaching.

 

In principe is kleurenblindheid géén contra-indicatie. Dit kan eenvoudig worden getest bij een leerling dit kleurenblind is.

  1. Gooi alle kleuren blokjes door elkaar en vraag of de leerling de blokjes van dezelfde kleur in stapeltjes bij elkaar kan leggen. (sorteerproef).
  2. Gebruik witte kaartjes en kleur een flink vlak met de fluormarkers in alle kleuren. Herhaal de sorteerproef: meng de kaartjes door elkaar en vraag de leerling om stapeltjes te maken met kaartjes van dezelfde kleur.
  3. Vraag vervolgens om de kaartjes te matchen met de blokjes. De leerling legt de groene kaartjes bij de groene blokjes, de oranje kaartjes bij de oranje blokjes enz).

Komt de leerling goed door de sorteerproef dan is hij geslaagd! Het maakt niet uit of groen dan bijvoorbeeld als bruin wordt gezien, het gaat om het onderscheid. Kleurenblind betekent niet dat een leerling geen kleurverschil kan zien. Wij hebben nog geen kleurenblinde leerling gehad die dit niet kon, maar het het kan natuurlijk voorkomen.
Vraag wel na hoe de kleuren worden gezien, wordt rood als een soort bruin ervaren?
De kleuren van de blokjes zijn verzadigd, de fluorkleuren van de markers niet. Daarom moet getest worden of de blokjes aan de juiste fluorkleuren gekoppeld kunnen worden.

 

Tip
Gebruik markeerstickers indien nodig
Als de leerling de kleuren verschillend waarneemt maar wel kan onderscheiden heb je geen markeerstickers nodig.
Als de leerling helemaal geen verschil ziet tussen de kleuren: plak groene ronde markeerstickertjes op de groene blokjes aan alle kanten, bijvoorbeeld een groene fluorkleur (liever een soort groen op groen als het kan, anders raken andere kinderen misschien in de war).

Markeerstickers van Avery kan je bijvoorbeeld aanschaffen bij:

  • https://www.123inkt.nl/Avery-Zweckform-PSA08MX-markeringspunten-O-8-mm-mix-420-etiketten-AV-PSA08MX-i47261-t165979.html
    Alle kleuren om uit te proberen: zelfs als de leerling moeite met de kleur houdt, dan kan hij nog het goede blokje kiezen omdat bijvoorbeeld de korte klank "het blokje met de ronde plakkertjes" is.

 

Het Taal in Blokjes klankenbord met de specifieke afspraken van kleuren voor klanken is in 1987 bedacht door Thalita Boumans toen zij de F&L-methode® (Fonologische en Leerpsychologische methode) voor de behandeling van dyslexie ontwikkelde. Deze methode is wetenschappelijk onderbouwd en onderzocht en wordt gebruikt door praktijken en instellingen die dyslexie behandelen.

In 2009 ontwikkelde zij de schoolversie van de F&L-methode ofwel Taal in Blokjes.

Taal in Blokjes is een uitsnede van de F&L-methode® voor gebruik op school. De F&L-methode® is de enige methode voor de behandeling van dyslexie die ook een remediërend interventiepakket voor scholen heeft. Hiermee is de Ketenzorg gewaarborgd. Inmiddels gebruiken steeds meer scholen Taal in Blokjes.

Waarom zijn de medeklinkers blauw en de stomme klinkers oranje? Met de keuze van kleuren voor de soorten klinkers en medeklinkers heeft Thalita Boumans rekening gehouden met 'het kleurenbeeld' van het gehele woord. Zo zijn er veel meer medeklinkers dan klinkers en is blauw een rustige "steunkleur" voor de klinkers. Voor de stomme klinker is oranje gekozen omdat de stomme klinkers onbeklemtoond zijn, vaak meerdere keren voorkomen in een woord en oranje een relatief 'zachte' en 'rustige' kleur is. Toen bleven er nog drie kleuren over: groen, geel en rood. Rood is gebruikt voor de twee-teken klinkers omdat deze het lastigste zijn om te leren. Rood heeft een grote attentiewaarde. Vervolgens is geel gekozen voor de lange klinkers omdat de lange klinkers (zonder regel) met twee letters worden geschreven en twee gele letters (of twee blokjes) geven een rustiger (lees)beeld dan twee groene letters of blokjes. Toen bleef groen over voor de korte klinkers.

Is specialistische behandeling voor dyslexie noodzakelijk? Bent u op zoek naar het vervolg op Taal in Blokjes en zoekt u een F&L-methode dyslexiebehandelaar bij u in de buurt?
Mail naar info@expertisecentrum.nl of bel naar 0345-544617.
Voor informatie over de F&L-methode® ga naar: www.fenlexpertisecentrum.nl/fenl-methode/

Het NKD heeft een nieuwe versie van de Handreiking voor de invulling van het ondersteuningsniveau 2 en 3 op school bij het vermoeden van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (2019, versie 2.0).

Dit document is essentieel voor elke hulpverlener. Het bevat criteria en aanwijzingen voor hulp op school en doorverwijzing naar de vergoede zorg voor kinderen met een vermoeden van ernstige dyslexie.

Zie hiervoor: https://www.nkd.nl/professionals/richtlijnen-en-handreikingen/

Taal in Blokjes is goedgekeurd als schoolinterventie op zorgniveau 3 (dus ook 2) voor lezen èn spellen (blz. 8) in het voortraject van aanmelding voor de vergoede dyslexiebehandeling bij grote hardnekkigheid en het vermoeden van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie. Dit betekent dat er geen aanvullende methodieken nodig zijn bij een goede invulling van zorgniveau 3 met werkvormen en materialen voor lezen en spellen van Taal in Blokjes. Gebruikt u vooral werkvormen voor spelling? Neem dan contact op met het F&L expertisecentrum voor de leeswerkvormen en de leessoftware.

Voor vragen en advies over leerlingbegeleiding, implementatie van Taal in Blokjes op scholen, schoolarrangement, kunt u mailen naar: info@fenlexpertisecentrum.nl

Het Inspiratieboek Taal in Blokjes (48 blz.) is een boek voor iedereen die Taal in Blokjes gebruikt en meer wil weten over de materialen en de software en behoefte heeft aan praktische tips. Voor scholen en praktijken die overwegen om met Taal in Blokjes te gaan werken is het Inspiratieboek een kennismaking met Taal in Blokjes en een hulpmiddel om keuzes maken. Mocht u een of meerdere exemplaren willen ontvangen? Mail ons dan op info@taalinblokjes.nl

De materialen en werkvormen van Taal in Blokjes zijn ontwikkeld vanuit de praktijk van het begeleiden van leerlingen. Het Inspiratieboek legt uit hoe de materialen en software gebruikt en gecombineerd kunnen worden en wat de onderlinge samenhang tussen de materialen, de software en werkvormen is. Ook bevat het Inspiratieboek een overzicht van materialen voor verschillende niveaus en groepen.

Je kan de digitale versie het inspiratieboek bekijken op: https://www.taalinblokjes.nl/inspiratieboek-taal-in-blokjes/

 

Taal in Blokjes is speciaal ontwikkeld voor leerlingen met lees- en spellingproblemen. Taal in Blokjes is ook geschikt voor NT2 leerlingen zowel op een laag niveau (instromers, alfabetisering, speciale taalklassen) als op hoog niveau (bijvoorbeeld bij Internationale scholen).

Taal in Blokjes is een taalkundige, fonologische methode, waarbij de structuur van de Nederlandse taal centraal staat. Taal in Blokjes laat zien hoe de Nederlandse taal in elkaar zit en is de enige taalmethode die het lezen en spellen in een geïntegreerd systeem aanbiedt. Taal in Blokjes is multi-sensorieel en interactief. Taal wordt geleerd met horen, zien en voelen. Leren gaat makkelijker en efficiënter als meer kanalen bij het leerproces worden ingeschakeld.

Taal in Blokjes is speciaal ontwikkeld voor leerlingen met lees- en spellingproblemen. Taal in Blokjes is ook geschikt voor leerlingen met TOS.
Taal in Blokjes kan in kleine leerstapjes worden aangeboden vanaf de klank-teken koppeling. De eerste werkboeken van Taal in Blokjes hebben een langzame, voorzichtige  opbouw en worden ondersteund door veel werkvormen en software.

Taal in Blokjes is een taalkundige, fonologische methode, waarbij de structuur van de Nederlandse taal centraal staat. Taal in Blokjes laat zien hoe de Nederlandse taal in elkaar zit en is de enige taalmethode die het lezen en spellen in een geïntegreerd systeem aanbiedt.
Taal in Blokjes is multi-sensorieel. Taal wordt geleerd met horen, zien en voelen. Leren gaat makkelijker en efficiënter als meer kanalen bij het leerproces worden ingeschakeld.

Steeds meer scholen gebruiken Taal in Blokjes schoolbreed in de onderbouw voor de ondersteuning en verbetering van het leren lezen en spellen.

Veel scholen willen pro-actief handelen bij risicogroepen en onderwijs aanbieden waarbij wordt uitgegaan van de ondersteuningsbehoefte van elke leerling in het kader van het Passend Onderwijs.
Naast leerlingen met lees- en/of spellingproblemen kan Taal in Blokjes ook worden ingezet bij leerlingen die de Nederlandse taal moeten leren (NT2-onderwijs) en bij leerlingen met lees- en spellingproblemen in samenhang met een TaalOntwikkelingsStoornis (TOS).

image-3

Voor deze scholen en ook voor bovenschoolse samenwerkingsverbanden zijn implementatiepakketten op maat mogelijk van Taal in Blokjes.
Bij een schoolarrangement of een bovenschools arrangement implementatie Taal in Blokjes kan worden gedacht aan:

  • aantrekkelijk schaalvoordeel bij de aanschaf van materialen voor klassen en groepen, bijvoorbeeld bij de klankblokken en de werkboeken van Taal in Blokjes (door een meerjarenplan en of bundeling van samenwerkende scholen kan een aanzienlijke kostenbesparing worden bereikt),
  • ondersteuning met de software van Taal in Blokjes: de Taal in Blokjes Reader met school- en thuislicenties,
  • training van Intern Begeleiders, leerkrachten en taalspecialisten,
  • implementatiebegeleiding op school (o.a. combinatie met taalmethodes)

Voor elk schoolbudget een passend arrangement. Neem daarvoor contact op met het F&L-expertisecentrum: info@fenlexpertisecentrum.nl

Taal in Blokjes in de praktijk

Van de Auteur: Hoe zit het met het breken van de NG en de NK?

Thalita Boumans

Thalita Boumans

De ng en nk zijn bekende lastposten in woorden van twee of meer klankstukken (klankgroepen of lettergrepen). Als vaste medeklinkercombinaties horen ze bij elkaar en de lettergreepafspraak zegt dat je moet breken tussen twee medeklinkers. Maar het is lang niet altijd duidelijk hoe de uitspraak van de ng en nk in klankgroepen is. Bij de nk is den-ken, don-ker de meest natuurlijk klinkende verdeling en dit klopt met de lettergreepafspraak. Bij de ng is het lastiger, één stukje van de ng lijkt aan het einde van de eerste klankgroep te zitten en één stukje van de ng lijkt aan het begin van de volgende klankgroep te zitten. Hoor en zeg je ban-ge of ba-nge? Of hoor je geen verschil tussen ban-ge en ba-nge?

Ik reken beide uitspraken goed maar leg aan de leerlingen uit dat het lettergreepstreepje bij de ng en nk (dus als de woorden op papier staan in verhalen) altijd tussen de twee medeklinkers (blauwe letters) zit, net zoals bij alle andere blauwe letters (voorbeelden: ban-ge, den-ken, kas-ten, voor-deur, pak-ken. Want dit is nou eenmaal de regel voor de lettergrepen, daar kunnen wij niet van afwijken want anders gaat het hele systeem in de war.

NB: De klankstukken van onze taal met één klinker worden klankgroepen en lettergrepen genoemd. Een klankgroep is wat je hoort en een lettergreep is wat je ziet op papier. Op de regel voor de korte klinkers na (en de soms wisselende uitspraak van de ng), zijn klankgroepen en lettergrepen aan elkaar gelijk. Voorbeeld: pa-ken = klankgroep en pak-ken = lettergreep.

Leg aan de kinderen uit dat de ng een lastige klank is die "tussen de klankgroepen in gaat zitten". Als je leest staat er ban-ge, je mag ba-nge en ban-ge en bang-e zeggen, het is allemaal goed. Leg uit dat je bij de nk den-ken staat en dat je dit altijd zo uitspreekt.
Leg verder uit als de leerling er aan toe is: ng en nk horen bij elkaar en we moeten de regel van de lettergrepen volgen. Dat is een officiële afspraak voor alle woorden die op papier staan, maar je mag ban-ge verschillende manieren uitspreken bij lezen.

NB Als de leerling met potlood - als voorbereiding op het lezen- woorden snel in klankstukken met één medeklinker verdeelt om het snel ontsleutelen van woorden bij het lezen zelf te vergemakkelijken, gebruikt de leerling ook de regel voor de lettergrepen. Bij het visueel snel segmenteren gaat het erom dat woorden razendsnel in hapklare leesbrokjes worden opgedeeld en pas daarna gelezen worden. Als voorbereiding op het lezen zelf wordt er een visuele analyse van het woord uitgevoerd. Leerlingen die moeite hebben met het ontsleutelen van langere woorden en niet weten niet hoe ze lange woorden moeten aanpakken omdat ze niet weten waar de stukjes zitten, hebben hier baat bij. In een volgende stap gaan zij de woorden "in hun hoofd" in stukjes verdelen bij het lezen.

Lettergreep leesregel:
Bij 1 medeklinker breek je ervoor, bij 2 medeklinkers ertussen in en bij meer dan 2: gokken of nadenken (2-1 of 1-2).

NB Het is voor de uitspraak bij lezen niet zo belangrijk of je het woord boompje als boom-pje of boomp-je verdeeld hebt...als je het woord maar leest zonder haperen en valse starts. Als je gaat lezen bij het visueel segmenteren, schiet je je doel voorbij. Het is dan een andere oefening met een ander leerdoel geworden.

Stappen met blokwoorden

Bij het bouwen van woorden zijn in het begin de klankstructuur en regeltoepassing van elkaar gescheiden.

De leerkracht zegt een regelwoord, bijvoorbeeld "kamertje" of "botten"

Stap 1 De leerling bouwt het woord met klankblokken ‘zoals je het hoort’ (met stomme klinkers indien van toepassing).
Bij het blokken zegt de leerling het woord hardop in klankgroepen.
In blokjes staat er: "kaamertje" en "boten".

Stap 2 De leerling bedenkt of de regel van de lange of de korte klinkers gebruikt moet worden en waarom. De leerling legt dit uit.

Stap 3 De leerling past het woord in klankblokken aan als de regel voor de lange of de korte klinkers moet worden toegepast: één geel blokje weg bij de regel voor de lange klinkers of een blauw blokje erbij bij de regel voor de korte klinkers.

Stap 4 De leerling schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Als bovenstaande goed gaat, ga je de handeling inkorten:

Stap 1 De leerling verdeelt het woord hardop in klankgroepen, bouwt het woord met de klankblokken en past tegelijkertijd de regels voor de korte en de lange klinkers toe (indien van toepassing). In blokjes staat er: "kamertje" en "botten". De leerkracht kan aan de leerling vragen of hij/zij een regel heeft gebruikt en zo ja waarom en zo nee waarom niet (bewustwording). Een regelfout kan nog worden verbeterd.

Stap 2 De leerling schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Daarna wordt de handeling nogmaals ingekort en blijft alleen stap 2 over:

De leerkracht zegt het woord. De leerling denkt aan de klanken en de regels en schrijft de juiste spelling op, waarbij de leerling het woord hardop in klankgroepen uitspreekt tegelijk bij het opschrijven.

Tip: Laat de leerlingen de blokwoorden met elkaar vergelijken en samen nakijken.

Taal actief spelling heeft dezelfde klinker-medeklinker indeling van het klankenbord als Taal in Blokjes. Een verschil is dat Taal in Blokjes vaste kleuren voor de klinkers en de medeklinkers gebruikt om de klanken te visualiseren, waardoor de fonologische structuur van woorden ook visueel wordt ondersteund.  De werkvormen van Taal in Blokjes kunnen Taal actief ondersteunen door de multi-sensoriële aanpak: taal leren met horen, zien en voelen.

Taal actief werkt per leerjaar met woordpakketten op categorie. Dit werkt heel prettig met de twee basiswerkvormen van Taal in Blokjes: woorden van de woordpakketten op klank coderen en  bouwen met klankblokken vóór het opschrijven. Deze basiswerkvormen kunnen dienen als voorbereiding en extra oefening voor het goed spellen van woorden.

Taal actief spelling is ingedeeld in luisterwoorden, weetwoorden en regelwoorden. Taal in Blokjes  volgt dezelfde basisindeling waarbij grotendeels dezelfde spellingcategoriën aan bod komen. Door het coderen op klank hebben de leerlingen met Taal in Blokjes de stomme klinkers snel onder de knie waardoor de (stukjes met) stomme klinkers snel achter elkaar kunnen worden aangeboden en niet worden verspreid over leerjaren.  Bij de regeluitleg legt Taal in Blokjes meer nadruk op de

klinkers.

Voorbeelden van werkvormen (zie ook foto's):

- Digibord: de leerlingen lezen samen hardop de op klank gecodeerde woorden van het woordpakket van Taal actief met de Taal in Blokjes Reader software. Op het digibord met de Taal in Blokjes Reader software.

- Gebruik de klankblokken voor het oefenen met de woordpakketten: de leerlingen lezen om de beurt één woord uit het woordpakket voor, bouwen het woord met de blokken, kijken samen na en schrijven het woord op.

- Gebruik de klankblokken als voorbereiding op schrijven en auditief dictee.
Leerlingen kunnen samen één basisset klankblokken gebruiken.

- Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, kunnen zelfstandig werken in de werkboeken van Taal in Blokjes. Pas het niveau van de werkboeken aan bij de lesstof van Taal actief waar de leerling moeite mee heeft. Voor een overzicht van de woordstructuren en regels per werkboek zie: https://www.taalinblokjes.nl/werkboeken/

 

 

Taal in Blokjes gebruikt vaste kleuren voor klanken voor het ontwikkelen van het fonologisch bewustzijn. Door het coderen van klanken leren de leerlingen denken in klanken en gecodeerde teksten kunnen makkelijker worden gelezen. Als behandelaar en auteur hoor ik soms de opmerking dat het coderen zoveel tijd in beslag neemt. Vanuit mijn jarenlange ervaring als behandelaar weet ik dat coderen echt heel snel kan gaan.

Waarom neemt coderen veel tijd in beslag? Langzaam coderen kan worden veroorzaakt door verschillende factoren zoals verkeerd materiaal, een verkeerde techniek, door de instructie en door te weinig oefening. Het kan ook zijn dat de leerling zegt dat het lang duurt (bijvoorbeeld bij huiswerk) terwijl dat niet zo is!

In het begin zal het coderen langzaam gaan, de leerling moet immers de kleuren voor klanken nog leren maar na enige oefening gaat het coderen vlot. Gebruik voor snel coderen altijd fluormarkers (géén kleurpotloden). Fluormarkers hebben een brede en een smalle kant en dekken de letters niet af. Eén veegje per klank is voldoende.

Codeer elke klank met één enkel veegje omhoog of omlaag. Meestal gebruik je de brede kant voor de 'brede' klanken en de smalle kant van de stift voor de 'dunne' klanken (dit is ook afhankelijk van de lettergrootte). Doe deze techniek voor en laat de leerling niet 3 keer op en neer met de stift gaan over één klank. Eén klank is één veegje. Laat de leerling ook niet elke keer de dop op de marker schuiven maar eerst het coderen van de woorden en teksten afmaken. Markers zijn 'highlighters', zij versterken het beeld van de klanken. Gebruik géén kleurpotloden, deze dekken de klanken af en de leerling moet heel vaak op en neer om een letter te coderen!

Laat niet meer coderen dan nodig, in de beginfase worden klinkers en medeklinkers klank voor klank gecodeerd, daarna worden alleen de klinkers gecodeerd. Met oefenen leert de leerling al snel dat de 'rest' altijd bestaat uit medeklinkers (blauw) en dat de klinker het ankerpunt van de klankgroep (lettergreep) is. Ook mag de leerling na verloop van tijd 'industrieel' coderen. Klank voor klank coderen is dan niet meer nodig. Alle klanken van één kleur mogen tegelijkertijd gecodeerd worden mits de leerling daarna maar de woorden of tekst hardop leest zodat alle klanken in het woord worden verklankt en samengevoegd tot één geheel. Begin wel eerst met alle oranje klanken, dan alle groene klanken, dan alle gele etc...

Zie hiervoor ook het stappenmodel coderen in het Inspiratieboek Taal in Blokjes blz. 8

Wat te doen met een leerling die zegt dat hij thuis heel veel tijd kwijt is met coderen en daarom zijn huiswerk niet af heeft? Check de informatie! Bij de behandeling van dyslectische leerlingen waren er regelmatig leerlingen die hun huiswerk niet af hadden 'omdat het coderen zoveel tijd kostte'. Ik liet dan een bladzijde coderen in de behandeling en nam de tijd stiekem op. Meestal was het tempo hoog, heel hoog, nog geen 5 minuten... een eye opener voor de leerling (en de ouders).

Taal in Blokjes is methode-onafhankelijk en kan goed in combinatie met Spelling op maat worden gebruikt, bijvoorbeeld voor zorggroepjes of klassenbreed.

Taal in Blokjes gebruikt een kleurcode voor klanken als extra ondersteuning van woordstructuren. Leerlingen kunnen de woorden van Spelling op maat bouwen met de klankblokjes van Taal in Blokjes. Taal in Blokjes is een multi-sensoriële en interactieve methode: taal leren met horen, zien en voelen.

Spelling op maat wordt vaak in combinatie met Taal op maat gebruikt.

Download de PDF hier als voorbeeld

 

 

Taal in Blokjes is methode-onafhankelijk en kan goed in combinatie met Taalverhaal worden gebruikt, bijvoorbeeld voor zorggroepjes of klassenbreed.

Taal in Blokjes gebruikt een kleurcode voor klanken als extra ondersteuning van woordstructuren. Leerlingen kunnen de woorden van Taalverhaal bouwen met de klankblokjes van Taal in Blokjes. Taal in Blokjes is een multi-sensoriële en interactieve methode: taal leren met horen, zien en voelen.

Download de PDF hier als voorbeeld

Taal in Blokjes is methode-onafhankelijk en kan goed in combinatie met Staal worden gebruikt, bijvoorbeeld voor zorggroepjes of klassenbreed.

Taal in Blokjes gebruikt een kleurcode voor klanken als extra ondersteuning van woordstructuren. Leerlingen kunnen de woorden van Staal bouwen met de klankblokjes van Taal in Blokjes. Beide methodes gaan uit van een auditief-visuele benadering van de taal. Taal in Blokjes is voegt hier nog het motorische, tactiele kanaal aan toe: taal leren met horen, zien én voelen.

Auditief
Bij Staal ligt de nadruk op het auditief verwoorden van stappen en regels.

Bij Taal in Blokjes (TiB) wordt de klankstructuur van het woord auditief aangeboden en ondersteund met kleuren. De nadruk ligt bij TiB op het verklankend spellen op losse klank en klankgroep (afhankelijk van het niveau) en op het verklankend (hardop) lezen (afhankelijk van het niveau).

Visueel
Bij Staal bestaat de visuele ondersteuning uit pictogrammen bij iedere categorie. De kleuren van Taal in Blokjes ondersteunen de klankstructuur van het woord en ondersteunen daarbij ook de regels zoals die door Staal worden aangeboden.

Het klankenbord
Taal in Blokjes gebruikt een kleurcode om de klanken te visualiseren. De indeling van het klankenbord van Staal past goed bij het klankenbord van Taal in Blokjes. De kleuren voor klanken, de basiskaart en de klank-teken kaartjes van Taal in Blokjes kunnen naast het klankenbord van Staal worden gebruikt.

Basisregels
De basisregels van Staal, zoals de regels voor de korte en de lange klinkers, gaan op klankgroep (net zoals bij andere taalmethodes). Woorden worden geoefend met hetzelfde spellingprobleem. Bij Taal in Blokjes gaan de basisregels ook op klankgroep, maar daarbij is de fonologische ondersteuning visueel gemaakt met kleuren voor klanken en worden de woorden gebouwd met klankblokjes.

Voorbeelden van werkvormen van Taal in Blokjes bij Staal

- Digibord: op klank gecodeerde categoriewoorden van Staal samen hardop lezen lezen op het digibord met de Taal in Blokjes Reader software.

- Gebruik de klankblokken als voorbereiding op schrijven en auditief dictee: leerlingen kunnen samen één basisset klankblokken gebruiken en daarmee de woorden van Staal bouwen. De leerlingen kijken samen na en schrijven het woord op.

- Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, kunnen zelfstandig werken in de werkboeken van Taal in Blokjes. Bekijk daarvoor de categoriewoorden van Staal waar de leerling nog moeite mee heeft.

- Regelwoorden: de leerlingen kunnen de categoriewoorden woorden van Staal bouwen met de klankblokken samen met het auditief verwoorden van stappen en regels van Staal. De basisregels van Staal, zoals de regels voor de korte en de lange klinkers, gaan op klankgroep. Bij Taal in Blokjes gaan de basisregels ook op klankgroep, maar daarbij is de fonologische ondersteuning ook nog visueel gemaakt met een kleurcode voor klanken en worden de woorden gebouwd met klankblokjes. De regels van Taal in Blokjes combineren goed met de categoriekaart van Staal.

Zie ook: Kan je de Taal in Blokjes Reader ook voor het oefenen van de spelling gebruiken?

Download de PDF hier als voorbeeld

Het verschil tussen de klankgroep en de lettergreep komt alleen door de regel voor de verdubbeling van de medeklinker na een korte klinker zoals in 'pakken' en 'koffie'. Dat is heel jammer want dit verschil leidt vaak tot discussie en verwarring. Zonder de verdubbelingsregel zou de klankgroep gelijk zijn aan de lettergreep.

De klankgroep is wat je hoort (bij het uitspreken) en de lettergreep is wat je ziet (bij het lezen). Als woorden auditief worden aangeboden, wordt het woord altijd in klankgroepen verdeeld: 'pa-ken' en 'ko-fie'. Je hoort geen verdubbeling van de medeklinkers. Op papier is de verdubbeling toegepast en de lettergrepen zijn 'pak-ken' en 'kof-fie'.

Als de regel voor de lange klinkers niet was bedacht, zou de verdubbelingsregel overbodig zijn en de  klankgroep zou dan gelijk zijn aan de lettergreep. Dat scheelt een hoop onderwijstijd en moeite voor de leerlingen. Je zou dan schrijven: paken, kofie, droomen en maaken.

Het verdelen van woorden in klankgroepen/lettergrepen (auditief en visueel) en het besef dat elke klankgroep/lettergreep één klinker heeft is belangrijk voor het begrijpen van de structuur van meerlettergrepige woorden. Het inzicht in de structuur van meerlettergrepige woorden is nodig voor het lezen en spellen.

Het woord 'een' wordt vaak uitgesproken als 'n. De ee is géén stomme klinker. De 'ee' in een is geel, er bestaat geen ee als stomme klinker.
Je kan het vergelijken met de uitspraak van  'n ( ' = het weglatingsteken)  bijvoorbeeld: 'n boek.

Leg aan de leerling(en) uit dat er 'een' staat maar dat mensen 'n uitspreken om een verschil te maken tussen een (zonder nadruk) en één (met nadruk). Zeg nooit dat de 'ee' een soort stomme klinker is!

De stomme klinkers staan op de klankkaart: e, i in ig en ij in lijk. Er bestaat overigens nog wel een zeldzame stomme klinkercombinatie: dit is de -ik van monnik, perzik, havik. Omdat je na een stomme klinker nooit mag verdubbelen schrijf je: monniken, perziken en haviken.

"Met een groepje ben ik inmiddels in het laatste boek van Taal in Blokjes begonnen over de korte en lange klank. Nu merk ik dat ze heel veel baat hebben bij de regel van de lange klank: aan het eind van een klankgroepje kan ik geen twee gele blokjes hebben, dus breek ik er een weg. Maar hoe zit dat dan met het woord 'twee-hon-derd' en met 'zee-man'?"

De regel voor de lange klinkers is goed, maar nu heb je te maken met de 'familieregels': de plakwoorden of samenstellingen. De regel bij samenstellingen is dat je de spelling van de losse woorden niet mag veranderen als je een nieuw woord maakt door woorden aan elkaar te plakken.

Dus twee+honderd = tweehonderd, zee+man = zeeman, waar+om = waarom.

Dit kan je met de regel voor de plakwoorden uit het werkboek aan je leerlingen uitleggen.

Zo kan je ook nepverdubbelingen krijgen: hand+doek = handdoek.

Er zijn heel veel mogelijkheden!

Taal in Blokjes is methode-onafhankelijk en kan heel goed worden gebruikt bij diverse schoolmethodes.beamer

  • Hang de letterkaart van Taal in Blokjes op in de klas. 
  • Laat de leerlingen de woorden kleuren in hun werkboeken van Veilig Leren Lezen (VLL) met de kleurcode van Taal in Blokjes.
  • Laat de leerlingen de woorden van VLL bouwen met de klankblokken van Taal in Blokjes en opschrijven.
  • Gebruik het springplein met de woorden van VLL.
  • Stop de woorden en teksten die aansluiten bij VLL in de Taal in Blokjes Reader en projecteer deze op het digibord. Ga samen de woorden lezen. Verberg de woorden op het digibord en geef een auditief blokkendictee. Laat de leerlingen de geblokte woordjes met elkaar vergelijken en opschrijven.
  • Geef elke leerling een gekleurd blad papier (geel, groen, rood, blauw; daarnaast oranje indien van toepassing) en speel het spel ‘levende woorden’. Roep telkens een woord en laat de leerlingen in de juiste formatie het woord vormen (dit is spelling). Omgekeerd kan ook: laat de leerlingen in formatie een woord vormen met het gekleurde blad papier in de hand. De rest van de klas weet niet welk woord. Roep telkens één woord en vraag aan de klas of dat het woord is dat het groepje leerlingen heeft uitgebeeld (dit is lezen).
    Met geselecteerde woorden (van de aangeboden letters) kan het spel ‘levende woorden’ook in groep 2 worden gespeeld. 

De uitvallers bij VLL zijn leerlingen die het tempo niet kunnen volgen en afhaken. Gebruik hiervoor de werkboeken Taal in Blokjes. De werkboeken 1 t/m

4 hebben een langzame opbouw. De versnelling zit vooral in de werkboeken 6, 7 en 8. Bij leerlingen waarvan in groep 2 al bekend is dat zij risicoleerlingen zijn voor het leren lezen en spellen kan het beste gelijk werkboek 1 naast VLL in groep 3 worden ingezet.

In plaats van VLL kan je natuurlijk ook aan een andere methode denken zoals Lijn 3.

Taal in Blokjes is methode onafhankelijk en kan bij elke lees- en spellingmethode worden ingezet. Woorden zijn woorden. Taal in Blokjes werkt met woordstructuren en voegt een fonologische laag toe aan de woorden. Taal in Blokjes laat zien hoe woorden in elkaar zitten. Naast de werkboeken en andere materialen van Taal in Blokjes kunnen uiteraard ook woordpakketten van een taalmethode of diverse leesteksten met Taal in Blokjes fonologisch gecodeerd worden.

Het is juist de bedoeling dat met de degelijke fonologische basis van Taal in Blokjes aangesloten wordt bij de gebruikte schoolmethode (Veilig Leren Lezen, Taaljournaal, Staal, Taalactief, enz.). De kleurcodering van Taal in Blokjes kan ook in de werkboeken van de op school gebruikte taalmethode worden voortgezet. Dit zorgt voor een mooie integratie tussen de extra hulpstof en de schoolmethode. De leerling heeft dan niet het idee met twee verschillende dingen bezig te zijn.

Een goede fonologische basis is noodzakelijk om veel spellingregels goed te kunnen toepassen. Taal in Blokjes kan gecombineerd worden met de uitleg van de basisregels van de taalmethode die op school wordt gebruikt.

Leerlingen die niet zo sterk zijn in taal of juist heel veel moeite hebben met het begrijpen van ons taalsysteem begrijpen de fonologische component van regels meestal niet goed en blijven fouten maken. Regels kunnen zij wel uit het hoofd leren maar het toepassen is iets anders. Dit heeft consequenties voor spellen (schrijf je taaken, taken of takken?) én voor lezen (lees je taken of takken als er taken staat? is het hamer of hammer?).

In de workshop Taal in Blokjes wordt nader ingegaan op de regelsystematiek en op de leenwoordspelling.

Dat kan, zeker als de dyslexiebehandeling wordt gegeven door een praktijk/instelling die werkt met de F&L-methode® (Taal in Blokjes is een uitsnede van de F&L-methode®).

Hierdoor is een goede ketenzorg tussen school, ouders en dyslexiebehandeling mogelijk. Zie ook de vraag Hoe worden Taal in Blokjes en de F&L-methode® ingezet bij de ketenzorg?

Nee, zie hiervoor de vraag Wanneer kan je de kleuren voor klanken afbouwen?

Taal in Blokjes kan je niet alleen voor de spelling gebruiken. Het accent kan natuurlijk wel (veel) meer op spelling liggen, maar het blijft nodig om fonologisch te coderen (het kleuren van klanken). Door het herkennen van klanken, regels en woordstructuren in geschreven tekst begrijpen leerlingen beter hoe woorden in elkaar zitten. Dat is belangrijk om zelf woorden goed op te schrijven. Eerst woordstructuren herkennen en daarna woordstructuren zelf produceren.

Nee zeker niet! Op school worden leerlingen voldoende ondergedompeld in zwarte letters. Leerlingen lezen zelf gecodeerde  tekst en maken gecodeerde leeskilometers met de Taal in Blokjes Reader. Bij “zwarte tekst” zeggen zij:  “ik zie de kleuren in mijn hoofd”. Er is dan sprake van generalisatie, de zwarte lettertjes krijgen meer betekenis. Klinkers worden sneller herkend en de segmentatie van woorden wordt sneller waargenomen.

Teksten coderen: vanaf het meest eenvoudige niveau (mkm-woorden zoals boek, kaas, wit) en aan het begin van de begeleiding laat je klinkers èn medeklinkers coderen. Vervolgens stap je over naar het coderen van alleen de klinkers, de rest is immers medeklinker.

Na een week coderen zeggen de leerlingen dat zij de kleuren al uit hun hoofd weten maar ze mogen altijd op de basiskaart klanken kijken. Je kan dan zeggen: “nu mag je de blauwe letters overslaan, dat is de rest”. Leuk is dat leerlingen er dan pas achter komen dat er veel meer medeklinkers zijn dan klinkers!

Bij meerlettergrepige woorden (of woorden van meer klankgroepen) ga je zo snel mogelijk over naar het coderen van alleen de klinkers. De klinker is het ankerpunt van de klankgroep en geeft informatie over het goed verdelen van woorden in klankgroepen bij lezen. Het coderen van teksten verdwijnt nooit helemaal, leerlingen moeten et de fonologie kunnen werken en het coderen van de fonologie van woorden helpt ook bij de spelling.

Bij het bouwen van woorden met de klankblokken worden altijd de klinkers en de medeklinkers aangegeven.

Bij de Taal in Blokjes Reader kan de kleurondersteuning bij alle teksten als volgt worden afgebouwd:

  1. 83758e68-e5e4-4133-839b-f62d79414435klinkers en medeklinkers gekleurd
  2. alleen de klinkers
  3. geen kleurcodering

Bovendien kan je de kleurintensiteit van een tekst langzaam laten verdwijnen (fade-out). Zie ook de vraag Kan je bij de Taal in Blokjes Reader de kleurcodering afbouwen?

Ja, Taal in Blokjes is een goedgekeurde interventie en kan worden ingezet bij zorgniveau 2 en 3 voor lezen én voor spellen.

Taal in Blokjes is een methode-onafhankelijk interventiepakket voor de aanpak van lees- en spellingproblemen op school. Taal in Blokjes wordt aangeboden aan risicoleerlingen met lees- en/of spellingproblemen. Ook leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) en anderstaligen krijgen hulp met Taal in Blokjes.

Taal in Blokjes kan als interventie in zorgniveau 3 worden ingezet voor lezen én spellen als voortraject voor de vergoede dyslexiezorg.

Het Nederlands Kwaliteitsinstituut Dyslexie (NKD) heeft de Handreiking voor de invulling van het ondersteuningsniveau 2 en 3 op school bij het vermoeden van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie gepubliceerd. Dit document is essentieel voor elke hulpverlener. Het bevat criteria en aanwijzingen voor hulp op school en doorverwijzing naar de vergoede zorg voor kinderen met een vermoeden van ernstige dyslexie.

Bekijk de NKD handreiking voor de invulling van ondersteuningsniveau 2 en 3 (2019) (PDF)
Zie bladzijde 15 tm 19 voor zorgniveau 3.

Taal in Blokjes is een uitsnede van de F&L-methode®, deze methode is evidence based vanuit wetenschappelijk onderzoek, zie hiervoor Publicaties.

Taal in Blokjes wordt genoemd in "Leesproblemen en dyslexie in het basisonderwijs" van het Masterplan Dyslexie (2012).

Zie ook de vraag Hoe worden Taal in Blokjes en de F&L-methode® ingezet bij de ketenzorg?

Taal in Blokjes is methode onafhankelijk en kan bij elke lees- en spellingmethode worden ingezet.

Woorden zijn woorden. Taal in Blokjes werkt met woordstructuren en voegt een fonologische laag toe aan de woorden. Taal in Blokjes laat zien hoe woorden in elkaar zitten. Naast de werkboeken en andere materialen van Taal in Blokjes kunnen uiteraard ook woordpakketten van een taalmethode of diverse leesteksten met Taal in Blokjes fonologisch gecodeerd worden.

Zie ook de vraag Hoe sluit ik aan bij andere taalmethodes?

Dit is meestal geen probleem, het kleurengebruik in schoolmethodes is van korte duur en heeft een ander doel waardoor niet altijd dezelfde kleur voor dezelfde klanken wordt gebruikt. In de praktijk (ook bij toepassing in de klas) hangt de poster van Taal in Blokjes aan de muur en krijgen de leerlingen de opdracht om altijd de kleuren van Taal in Blokjes te gebruiken. Omdat de werkvormen (blokken, coderen, Taal in Blokjes Reader, werkboekjes etc.) veel gebruikt worden, worden de kleuropdrachten in werkboeken aangepast aan het kleurensysteem van Taal in Blokjes.

Je zou de kleurcode van Taal in Blokjes nog kunnen benadrukken door bijvoorbeeld de woordpakketten van de gebruikte schoolmethode  in de Taal in Blokjes Reader te zetten en deze op het digibord te laten zien.

beamer

Dit zijn lange klinkers met die met één letter worden geschreven door de regel voor de lange klinkers. De klank die je hoort bepaalt de kleur: deze klanken zijn dus geel. Maak deze klanken dus NIET groen!

Lezen: bij het coderen van teksten komt de lange klank met één letter al snel aan bod. Het is dan voldoende om uit te leggen dat je kleurt wat je hoort. Hoor je [aa] in het woord ramen? Kleur dan de a met één letter geel. Lees het woord hardop en luister naar de klank en vertel dat de de lange klank soms met één letter wordt geschreven. Leg uit dat het een regel is die later aan bod komt bij de spelling. Goed luisteren is nu voldoende.

Spelling: in werkboek 8 worden de regel voor de lange en de korte klinkers behandeld.

De eerste e in leren is geel. Het is de lange klinker ee met met de regel voor de lange klinkers èn met een klankverkleuring op r. Leeren wordt leren (vergelijk:  geeven wordt geven). De ee in leer en de e van leren worden verkleurd door de r, daarom klinkt de ee anders.

De tweede e in leren is een stomme klinker, deze is oranje.

De eer, oor, eur zijn onderdeel van de groep klankverkleuringen op r en l. De groep klankverkleuringen op r en l is veel groter dan alleen de -eer, -oor en -eur. De eer, oor, eur worden vaak genoemd omdat zij de meeste problemen geven. De ee van beer klinkt anders dan de ee van been, de oo van boor klinkt anders dan de oo van boot en de eu van deur klinkt anders dan de eu van deun. Maar er zijn meer verkleuringen zoals bijvoorbeeld de eel, ool, eul: vergelijk de oo van school met de oo van schoon. Daarnaast heb je dan ook nog -eren, -oren en -euren…

De r en l groep heeft zijn eigen basiskaart.

De klankverkleuringen op r en l worden uitvoerig behandeld in werkboek 7.

Dit kan verschillende oorzaken hebben:

  1. De leerling kent de stomme klinkers niet (oranje).
  2. De leerling leest de tekst niet hardop maar gaat uit van de vorm van de letter (de “e”) en niet van de klank. De ‘e’ van boekje is anders dan de ‘e’ van hek.
  3. De leerling krijgt onvoldoende sturing/begeleiding bij het fonologisch coderen van teksten.
  4. De leerling heeft te weinig geoefend met het herkennen van de stomme klinker in teksten.

N.B. Alvorens woorden te bouwen met stomme klinkers moeten leerlingen eerst de stomme klinkers in leesteksten goed kunnen herkennen!

  1. Leerlingen coderen eerst klank voor klank en spreken daarbij tegelijkertijd de klank uit en lezen het woord hardop.
  2. Daarna mogen zij overgaan naar het met dezelfde kleur coderen van de gehele tekst (bijvoorbeeld eerst alle rode letters, daarna alle gele letters enzovoort). Daarbij moeten wel eerst de oranje letters gecodeerd worden, dit zijn de stomme klinkers. Als je dit niet doet worden de stomme klinkers vaak groen!
    Let op! Het na elkaar coderen van klanken met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld 3 keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden (klinkers en medeklinkers).
  3. In een derde fase kunnen alleen de klinkers gecodeerd worden (wat je overhoudt zijn de medeklinkers, deze zijn blauw).
    Let op! Het na elkaar coderen van klinkers met dezelfde kleur is alleen zinvol als de opdracht gecombineerd wordt met herhaald hardop lezen van de gecodeerde woorden. Laat het gecodeerde verhaal bijvoorbeeld 3 keer voorlezen op verschillende dagen. De leerling leest dan de gecodeerde woorden en zinnen hardop. Het doel is hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden: met de klinker als ankerpunt van de klankgroep (of lettergreep). Door het herhaald hardop lezen van fonologisch gecodeerde woorden kan de leerling steeds sneller woordstructuren herkennen en leeskilometers maken.

Het coderen gaat meestal heel snel, dit kan je controleren. Incompleet coderen “om tijd te winnen” is niet zinvol (bijvoorbeeld op een bladzijde alleen de gele klinkers, op een andere bladzijde alleen de korte klinkers). Het gaat niet om een losse klank-teken oefening maar om het lezen van fonologische structuren, om het besef dat elke klinker een klankgroep (lettergreep) heeft en om het kunnen ontsleutelen van woorden in klankgroepen op basis van klinker-medeklinker structuren.

Het zelf coderen van teksten is een goede fonologische training en is ook belangrijk voor de spelling. Daarbij kan het zelf coderen uitstekend gecombineerd worden met het lezen van voorgecodeerde teksten in de TiB reader software voor de leeskilometers. De reader is géén vervanging voor het zelf coderen van teksten!

Leerlingen geven aan ook kleuren te zien in niet-gecodeerde tekst met zwarte letters. Dit betekent dat de kleur als fonologische ondersteuning aan de letters is gekoppeld.

Alle 2-teken klanken, waaronder de ij, worden geblokt met 2 rode blokjes. U kunt eventueel aan de leerling uitleggen dat de ij uit twee losse letters bestaat, net als bij het toetsenbord van de computer. Bij het aan elkaar schrijven (verbonden schrift) zitten de letters aan elkaar en dan lijkt de ij op één letter.

De basiskaart is een klankkaart. Het verschil tussen de ij en de ei is niet te horen, het is dezelfde klank, daarom staan de ij/ei bij elkaar, zo ook de ou en de au.

Als de leerling bijvoorbeeld de klank moet aanwijzen op de basiskaart, maakt het niet uit of hij de ij of de ei aanwijst. Hetzelfde geldt voor de ou en de au.

NB: alle 2-teken klanken, waaronder de ij, worden geblokt met 2 rode blokjes (één letter per blokje, zie ook andere vraag).

 


Op de basiskaart zit een schuine streep tussen de ij/ei. Het is dezelfde klank. Hetzelfde geldt bij de ou/au.

Materialen

Informatie over het Voorlopertje en de ervaringen van een leerkracht met kinderen van groep 2 en 3.
De serie het Voorlopertje bestaat uit een werkboekje, een poster, klank-teken kaartjes en een letterlijn.
Het Voorlopertje wordt gebruikt in groep 2 en groep 3 basisonderwijs, bij kinderen met een TOS en binnen het speciaal onderwijs.

Voor wie is het werkboek Voorlopertje?
- voor leerlingen in de 2e helft van groep 2
- voor leerlingen in groep 2 die al heel veel willen weten over letters en extra willen oefenen
- voor leerlingen aan het begin groep 3, bijvoorbeeld bij gesignaleerde 'risico' leerlingen
- voor leerlingen in groep 3 die uitvallen bij de wintersignalering
- voor leerlingen die vastlopen met de reguliere taalmethode in groep 3 en waarbij werkboek 1 nog te lastig is
- voor leerlingen die heel veel herhaling extra oefenmateriaal nodig hebben om de beginselen van de schriftelijke taal te leren.
- voor leerlingen met een TOS
- voor anderstaligen die beginnen met het leren van het Nederlands.

Hoe is het werkboek Voorlopertje opgezet?
Het Voorlopertje wordt gebruikt vóór werkboek 1.

De werkboeken van Taal in Blokjes zijn voor zelfstandige verwerking. Gebruik na het werkboek Voorlopertje werkboek 1 en 2 van Taal in Blokjes met de bijbehorende handleiding/oefenmap voor de begeleiding en de extra (auditieve) oefeningen.

Het werkboekje Voorlopertje kan meer of minder intensief worden aangeboden afhankelijk van het leerdoel.

In het werkboekje wordt geoefend met de de kennismaking en herkenning van de verschillende soorten letters (klanken) in woorden van de basis klankkaart. De leerling krijgt zo een overzicht van "het taalgereedschap". Dit is de basis voor het verdiepen van de verschillende letters met extra oefeningen.

Een volledige letterkennis is niet vereist om met het boekje te beginnen. Laagdrempelig kan er -bijvoorbeeld in de 2e helft van groep 2-

aan een kennismaking met de letters worden gewerkt, aan de klank-teken koppeling en aan het overzicht van klinkers en medeklinkers.  Naast het werkboekje kunnen telkens een paar letters(klanken) uitgelicht en extra geoefend worden met aanvullende werkvormen.

Instructie: elke opdracht bevat een kleurenvoorbeeld dat precies laat zien wat de leerlingen moeten doen. Daarmee kunnen
de meeste leerlingen zelfstandig de opdrachten maken, ook van "moeilijke"letters of van letters die nog niet "officieel" zijn aangeboden.
Gaandeweg kunnen bepaalde letters (klanken) uitgelicht en benadrukt worden.De rest van de letterset 'hobbelt' rustig mee op een lager pitje.

Werkboek Voorlopertje meer of minder intensief aanbieden?
Het Voorlopertje wordt meer of minder intensief aangeboden, afhankelijk van het leerdoel en de mogelijkheden.
In groep 2 kan het Voorlopertje bijvoorbeeld worden gebruikt als kennismaking met alle (eenvoudige) letters. Het werkboek is  een soort 'baseline' waarbij telkens een paar letters worden uitgelicht voor intensieve (auditieve) oefeningen zoals woorden hakken en plakken, blokjes op de juiste klanken leggen, kleine woordjes bouwen met de blokjes, klanken sorteren etc.)

Van de auteur: "ik vind dat leerlingen een eenvoudige complete set letters moeten hebben om mee te werken en om te begrijpen hoe taal 
in elkaar zit. Anders ontbreekt het overzicht en kan het aantal letters oneindig lijken. Alle letters van het meest eenvoudige klankenbord (TIB 1 +2) worden in het werkboekje tegelijk "in de week gezet" . Ter kennisgeving staan de overige letters aan het einde van het boekje (sch, ng, nk, aai, ooi, oei etc.). De leerkracht kan vervolgens -afhankelijk van de op school gevolgde methode- dié letters benadrukken met extra oefeningen en met herhaling die binnen de les aan de orde komen."

Voorbeelden van gebruik
Minder intensief:
zelfstandig in de klas of thuis in het boekje werken en klank-teken koppeling oefenen met de bijbehorende klank-teken kaartjes.
Meer intensief: zelfstandig in de klas in het boekje werken, extra oefenen met bepaalde klanken,  klank-teken koppeling oefenen met de bijbehorende klank-teken kaartjes, woorden bouwen met de klankblokken, woorden hardop lezen, woorden hakken en plakken, springpleinen, klanken sorteren, klankenbingo, woorden uit het boekje overschrijven of opschrijven (eerst visueel dictee daarna auditief dictee).

Groep 3
Begin gelijk in groep 3 bij de risicoleerlingen van groep 2. Verder na de wintersignalering in groep 3 bij de leerlingen

die vastlopen met de reguliere methode (bijv. VLL) en waarbij werkboek 1 van Taal in Blokjes nog te moeilijk is en/of
bij leerlingen die heel veel herhaling extra oefenmateriaal nodig hebben om de beginselen van de schriftelijke taal te leren.
Ga na het Voorlopertje door met het werkboek 1 van Taal in Blokjes en met werkboek 2 (stof t/m kern 6 van VLL
maar dan veel langzamer opgebouwd).
Probeer bij de leerlingen die vastgelopen zijn om weer aansluiting te vinden bij VLL.

Het werkboekje Voorlopertje kan met instructie ook meegegeven worden aan ouders geven als huiswerk of om in de vakantie te oefenen (om te voorkomen dat alle letters na de vakantie "weggezakt"zijn).

Ervaringen van een leerkracht:
Met groep 2 en 3 ben ik de afgelopen periode met het Voorlopertje bezig geweest.In groep 2 heb ik
het werkboekje met extra hulp aangeboden aan een paar leerlingen waarvan ik dacht dat zij het heel moeilijk zouden krijgen
met het leren van de letters in groep 3. Ook heb ik het werkboekje aangeboden aan een aantal kinderen die al toe zijn
aan geletterdheid. Deze kinderen lopen al best zelfstandig het boekje door. Dit gaat ze goed af. Ze zijn erg nieuwsgierig
en werken met veel plezier aan het boek.Voor de kinderen die nog wat moeite hebben is het herkennen van de letters
met de bijbehorende kleuren vaak nog een zoekopdracht; welke kleur heeft deze letter? Ze zoeken de letter op de letterkaart.
Dan benoem ik de klank. Ik vraag dan bijvoorbeeld of deze lang of kort klinkt.
In groep 3 hebben we het werkboek aan de kinderen gegeven die nog moeite hadden met de leesontwikkeling.
Als ze eenmaal weten hoe de opdrachten gemaakt kunnen worden lopen ze hier snel en goed doorheen.
Het is een mooie aanvulling op remediërend materiaal. Ook worden de kinderen zich nogmaals bewust van de kleuren
die bij de klanken horen.Hierna gaan we verder met werkboek 1 van Taal in Blokjes naast Veilig Leren Lezen.
Ik hoop dat ze door extra oefening en de stevige basis na de Kerst gewoon mee kunnen komen met Veilig Leren Lezen.

De serie Voorlopertje Taal in Blokjes maakt uw leerling stap voor stap kennismaking met de letters en de eerste woordjes.

 

 

 

 

 

 

 

 

Het Voorlopertje bestaat uit de volgende materialen:

  • werkboek Voorlopertje Taal in Blokjes
  • klank-teken kaartjes met foto’s en kapstokwoorden
  • letterlijn met kaarten met foto’s en kapstokwoorden (tweezijdig)
  • poster met klanken, foto’s en kapstokwoorden

Het werkbo

ek Voorlopertje Taal in Blokjes is een stap voor stap kennismaking met de letters en de eerste woordjes. Elke letter wordt aangeboden met een kapstokwoord en een plaatje als ondersteuning. In elke opdracht komen alle klanken met de bijbehorende kapstokwoorden en plaatjes weer aan bod. Ook worden er nieuwe woorden aangeboden.

Het werkboek Voorlopertje Taal in Blokjes is gemaakt voor die leerlingen die baat hebben bij veel concrete ondersteuning bij het leren van de eerste letters en woordjes en leerlingen die daarvoor soms meer tijd nodig hebben. De serie Voorlopertje sluit naadloos aan op de volgende werkboeken van Taal in Blokjes, te begin

nen met werkboek 1.

Wanneer gebruik ik de serie het Voorlopertje?

  • als de voorschotbenadering in de 2e helft van groep 2,
  • bij leerlingen van groep 3 die vastlopen in het leesproces zoals blijkt uit de wintersignalering en die het tempo van de reguliere methode niet (meer) kunnen bijbenen,
  • bij leerlingen met een TOS,
  • bij NT-2 leerlingen,
  • bij leerlingen in groep 2 die heel veel interesse tonen in taal en letters en niet willen wachten met het leren lezen totdat zij in groep 3 zitten.

Tip:
combineer het werkboek Voorlopertje met het bouwen van woorden met de klankblokken en met auditieve oefeningen (hakken en plakken van klanken en klankgroepen).

Jazeker! Alle extra (auditieve) oefeningen en werkvormen die in uw handleidingen staan, kunt u nog steeds gebruiken.

Bij de herziene druk van werkboek 1-6 (2017) is een aantal bladzijdes vervangen door betere oefeningen en een enkele keer is de volgorde iets gewijzigd. In de werkboeken 5 en 6 is één bladzijde vervangen. Daarnaast zijn in elk werkboek sommige bladzijdes verplaatst. De werkboeken 7 en 8 zijn onveranderd.

Hieronder kunt u per handleiding een PDF-bestand downloaden met de aanvulling voor de handleiding. Print het bestand in kleur uit en stop de geprinte bladzijdes in uw handleidingmap.

  1. Aanvulling handleiding 1
  2. Aanvulling handleiding 2
  3. Aanvulling handleiding 3
  4. Aanvulling handleiding 4
  5. Aanvulling handleiding 5
  6. Aanvulling handleiding 6
    Dit is een groot bestand, het kan even duren voordat uw computer de bladzijdes laat zien.

Aanvulling handleiding 7 en hoger: niet van toepassing

Om kwartetten compleet te krijgen moet elke speler of leerling telkens 4 woorden van een kaartje lezen en vergelijken met het gekleurde blokwoord erboven (zie foto). De vrager moet alle woorden lezen en vergelijken met het gekleurde blokwoord om te kijken welk woord hij aan de tegenspeler moet vragen, de tegenspeler moet ook alle woorden lezen en vergelijken met het gekleurde blokwoord om te bepalen of hij het gevraagde kaartje heeft.
62682d51-3467-4450-91a3-0a2516481bf1

Bij het spelen van een potje moet elke leerling al gauw honderden woorden lezen en vergelijken met de klankstructuur in kleur op het kaartje!

De niveaus van de kwartetten corresponderen met de werkboeken:

Kwartetspel 1 mkm-woorden (zoals ham, kaas, mier). Setjes van 3 kaartjes: tritetten.
Niveau werkboek 1+2+3, het cijfer rechtsboven op elk kaartje is lichtblauw.
Kwartetspel 2 mkmm/mmkm (kast, stoel), 2 klankgroepen klankzuiver (rugzak), 3-teken en
restklinkers (haai, schreeuw).
Niveau werkboek 4+5, het cijfer rechtsboven is rood.
Kwartetspel 3 Stomme klinkers -e, -ig en -lijk in woorden met 2 en 3 klankgroepen (boekje,
aardig, moeilijk, gebakje).
Niveau werkboek 6 en hoger, het cijfer rechtsboven is groen.
Kwartetspel 4 Klankverkleuringen op r en l (beer, spoor, help, berg, zeurpiet).
Niveau werkboek 7 en hoger, het cijfer rechtsboven is oranje.
Kwartetspel 5 Woorden met regels voor de lange en korte klinkers (apen, bakker, ademen).
Niveau werkboek 8 en hoger, het cijfer rechtsboven is donkerblauw.
Kwartetspel 6 Woorden met regels voor de ch en de g (graag, morgen, kachel, beweegt,
regenachtig). Niveau werkboek 9 en hoger, het cijfer rechtsboven is roze.
Kwartetspel 7 Inprentingswoorden met ij en ei (vijf, blijven, trein, kleine, schilderij, vrijheid).
Niveau vanaf werkboek 4, het cijfer rechtsboven is grijs.
Kwartetspel 8 Inprentingswoorden met ou en au (oud, houden, touwtje, eenvoudig, pauw,
augurk, wenkbrauw). Niveau vanaf werkboek 4, cijfer rechtsboven is bruin.

Tip 1: kies het aantal kwartetten op basis van het doel en de beschikbare tijd. Een kwartet doosje bevat meer dan 10 kwartetten en hoeft niet in één keer gespeeld te worden! Kies bijvoorbeeld de eerste 6 kwartetten met de regels voor de lange en de korte klanken.

Tip 2: stel uw eigen combinatie samen! Het is mogelijk om een selectie van één woordkwartet te gebruiken of om selecties van diverse woordkwartetten met elkaar te mengen, bijvoorbeeld om bepaalde woordcategorieën te benadrukken. U kunt bijvoorbeeld één- en tweelettergrepige woorden met elkaar combineren van de diverse kwartetten. Door te kijken naar de kleuren van de cijfers rechtsboven, kunt u de kwartetten per doosje weer bij elkaar (laten) zoeken.

cd096e18-8dd7-4fb9-b147-e40958151a79

  • De kleuren versterken de auditief-visuele aanpak van Taal in Blokjes.
    Taal in Blokjes is een auditief-visuele methode waarbij kleuren worden gebruikt voor klanken. De kleuren in de werkboeken worden gebruikt om de klanken aan te geven bij de voorbeeldwoorden, om regels te verduidelijken en om het onderscheid tussen verschillende soorten oefeningen te verbeteren (dezelfde oefening heeft altijd dezelfde kleur).
  • De kleuren maken de werkboeken (nog) toegankelijker en makkelijker in het gebruik.
    In de kleurenversie heeft elke bladzijde gekleurde voorbeelden zodat de leerling snel begrijpt wat de bedoeling is en zelfstandig aan de slag kan. Extra instructie kan meestal worden beperkt tot: "kijk naar het voorbeeld". Bij de versie zonder kleur moest de leerling zelf alle kleuren voor klanken aanbrengen en was er meer instructie van de leerkracht/hulpverlener nodig.Onder begeleiding kunnen de werkboeken met voorbeelden op elke bladzijde ook aan ouders worden meegegeven om thuis te oefenen.
  • De kleuren en voorbeelden maken de werkboeken aantrekkelijker voor de leerling en verhogen de motivatie.

Heeft u eerder handleidingen aangeschaft voor de zwart-wit versie van de werkboeken? Deze handleidingen kunt u blijven gebruiken.

We hebben de klank-teken kaartjes, werkboek 1 maar bijvoorbeeld ook klankenbingo. In de Taal in Blokjes software heb je veel werkvormen voor klank-teken koppeling en andere basisvaardigheden.

Bij de bordspellen van Taal in Blokjes zitten spellen voor elk niveau (werkboek 1 t/m werkboek 8). In het bijbehorende spellenboek staan spelinstructies met een verschillende moeilijkheidsgraad en ook heel veel variaties. De bordspellen sluiten aan bij het principe van ‘gamification’ of spelend leren. De bordspellen bevatten opdrachten voor de leerdoelen van werkboeken 1 tot en met 8 . Bordspellen zijn zeer interactief en heel geschikt om leerlingen in groepjes te laten werken. Zij helpen elkaar, leren van elkaar en ervaren dat taal heel leuk kan zijn.

Bij spelend leren verpak je de oefeningen en het harde werken in een spel. Dat is iets heel anders dan oefeningen maken en als beloning een spelletje doen. Het spelletje heeft dan niets met leerdoelen te maken en dient alleen als beloning voor het harde werken.

Naast de bordspellen is er ook nog het Taal in Blokjes dobbelspel. De leeskwartetten bevatten ook het spelelement.

Zie voor meer informatie:
bordspellen
dobbelspel
leeskwartetten

De werkboeken zijn overwegend voor zelfstandige verwerking in de klas of thuis (thuis bijvoorbeeld als huiswerk of bij logopedie). In de handleidingen staan de werkvormen en de oefeningen die onder begeleiding moeten worden uitgevoerd en de nakijkvoorbeelden van de werkboeken.

De handleidingen bevatten de nakijkvoorbeelden van de werkboeken en de oefeningen en werkvormen die individueel of in groepjes worden gedaan onder begeleiding van een leerkracht, remedial teacher, leesspecialist of logopedist. Bijvoorbeeld door de leerkracht in de klas, door de leesspecialist in het kader van een zorgarrangement of door de logopedist in het kader van behandeling. Er zitten veel interactieve werkvormen in de handleidingen waarbij leerlingen elkaar kunnen helpen en van elkaar kunnen leren.

Bij bijna elke bladzijde van een werkboek zitten werkvormen en oefeningen van de bijbehorende handleiding. Deze werkvormen en oefeningen zijn in niveau en moeilijkheidsgraad afgestemd op de bladzijdes van de werkboeken.

Bladzijde 14 van werkboek 4 correspondeert bijvoorbeeld met bladzijde 14 van handleiding 4: nakijkvoorbeeld en werkvormen en oefeningen onder begeleiding.

De werkvormen en oefeningen uit de handleiding kunnen ook voor de hele klas worden gebruikt.
Deze opzet maakt het mogelijk om een deel van Taal in Blokjes zelfstandig te oefenen en om een deel onder begeleiding te doen. De werkboeken en de handleidingen lopen gelijk op in niveau en de werkvormen en oefeningen zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd.

Op de website van Taal in Blokjes staat bij elk werkboek een beschrijving van de behandelde woordstructuren. Stap in bij de juiste woordstructuur. De nummers van de werkboeken corresponderen niet met leerjaren maar met woordstructuren in opklimmende moeilijkheidsgraad.

Begin dus niet standaard bij elke leerling met werkboek 1.

Het bepalen van het instapniveau wordt uitgebreid behandeld in de workshop Taal in Blokjes.

Taal in Blokjes is een uitsnede van de F&L-methode t/m het niveau van de regels voor de lange en de korte klinkers (lopen, takken).

De werkboeken zijn voor zelfstandig gebruik in de klas of thuis. In de de handleidingen staan de werkvormen en oefeningen voor individuele begeleiding en voor gebruik in groepjes. De opdrachten zijn gekoppeld aan de bladzijdes van de werkboeken die de leerlingen zelfstandig hebben gemaakt.

Zie voor meer informatie de website van Taal in Blokjes » werkboeken.

Het is de bedoeling dat met de degelijke fonologische basis van Taal in Blokjes aangesloten wordt bij de gebruikte schoolmethode (Veilig Leren Lezen, Taaljournaal, Staal, Taalactief enz.).

De kleurcodering van Taal in Blokjes kan ook in de werkboeken van de op school gebruikte taalmethode worden voortgezet. Dit zorgt voor een mooie integratie tussen de extra hulpstof en de schoolmethode. De leerling heeft dan niet het idee met twee verschillende dingen bezig te zijn.

Taal in Blokjes Reader software

De Taal in Blokjes reader (TiB-reader) is speciaal ontwikkeld voor kinderen die extra leesondersteuning nodig hebben. Met de TiB-reader kunnen leerlingen lezen met klankhulp. De reader helpt leerlingen die moeite hebben met de klank-teken koppeling, met de overstap van één- naar meerlettergrepige woorden en met het maken van leeskilometers. De Taal in Blokjes Reader maakt moeilijke teksten leesbaar.

stekelvarken zwart-wit en in kleurcode (1)

De Taal in Blokjes Reader is het enige programma dat het Nederlandse klankensysteem kan weergeven(de fonologische code). De reader kan bij alle teksten, ook bij ingevoegde teksten, automatisch de woordstructuur analyseren en het leesniveau bepalen. De nauwkeurigheid en het leestempo kunnen aanzienlijk verbeteren als leerlingen zien hoe woorden in elkaar zitten. De TiB-reader sluit aan bij de materialen en werkboeken van Taal in Blokjes (F&L methode® schoolversie).

Kenmerken en functionaliteit van de Taal in Blokjes Reader:

  • beter lezen met klankhulp
  • verbetering van de klank-letter koppelingen en het fonologisch bewustzijn
  • verschillende niveaus van leesondersteuning instellen (codeermogelijkheden, segmentatie van woorden, lettergrootte etc.)
  • ingebouwde leesversneller (het leeshappertje)
  • de leesgeschiedenis van leerlingen wordt bijgehouden
  • een eigen bibliotheek opbouwen of onze bibliotheek gebruiken
  • teksten schrijven, invoegen, laten coderen en afbeeldingen toevoegen
  • teksten en woordpakketten delen met leerlingen en collega's
  • automatische berekening van leesniveau en woordkenmerken
  • tekst samenvatten: begrijpend lezen en tekst opschrijven
  • voor computer, laptop, tablet, iPad, smartphone en digibord
  • koppelen aan voorleessoftware en nog veel meer mogelijkheden...

7065c795-5d64-460e-8466-13969d874866
Met de Taal in Blokjes Reader kan de leerling lezen met klankondersteuning op bijvoorbeeld een tablet.

83758e68-e5e4-4133-839b-f62d79414435
De klank- en lettergreepondersteuning is gefaseerd af te bouwen.

Door het coderen van klanken, het aangeven van lettergrepen en diverse andere opmaakinstellingen worden het proces van technisch lezen vereenvoudigd waardoor leerlingen makkelijker kunnen lezen en teksten van een hoger niveau aankunnen.

Lastige teksten met lange woorden en kleine lettertjes worden overzichtelijk en toegankelijk. Leerlingen kunnen opeens teksten lezen waar ze anders niet aan zouden beginnen. Zij kunnen hogere leesniveaus aan door de klankhulp en de lettergreephulp.

De Taal in Blokjes Reader begrijpt het Nederlandse klankensysteem en kan alle woorden en teksten fonologisch coderen, ook de woorden en teksten die u zelf heeft toegevoegd.

U kunt onze bibliotheek gebruiken of zelf teksten invoegen van methodes en doorsturen naar leerlingen om bijvoorbeeld thuis te oefenen. De leesgeschiedenis wordt bijgehouden.

Zowel individueel als klassikaal kunt u verhalen kiezen uit de bibliotheek maar u kunt ook zelf teksten toevoegen aan de Reader. Bijvoorbeeld verhalen of woordenlijsten van een bepaalde methode.

Lezen met de klas
Leeshappertje
Open de Taal in Blokjes Reader op het digibord / de beamer. Kies een verhaal om te lezen. Stel daarna het leeshappertje in op de juiste leessnelheid. Lees het verhaal voor in het tempo van het leeshappertje. De kinderen lezen mee met het leeshappertje op het ritme van de lettergreep/klankgroep.

Daarna kunnen de leerlingen zelf het verhaal lezen met een boek of leesblad, of op hun eigen leerlingaccount van de Reader.

Individueel lezen
De leerling opent de Reader op zijn/haar iPad/tablet/laptop. De leerling kiest het goede verhaal om te lezen, en stelt het leeshappertje in op de goede snelheid. Hij/zij leest het verhaal in het tempo van het leeshappertje.

Het leeshappertje

Het leeshappertje van de Taal in Blokjes Reader heeft als doel om de leessnelheid van teksten te verhogen en om leerlingen in een stabiel ritme te leren lezen (zonder 'doorhollen', vastlopen, haperingen enz.)

De Taal in Blokjes Reader heeft een 'leeshappertje'  op losse klank en op lettergreep (klankgroep) waarmee u het leestempo van de leerling aan kunt sturen.  Het leeshappertje hapt de klanken of lettergrepen weg (klanken alleen bij het instapniveau). De leerling probeert de lettergreep te lezen vóórdat het leeshappertje ze heeft opgegeten. De leerling leert om op het ritme van de lettergreep te lezen. Het leeshappertje vindt u links onderaan de pagina.

Leeshappertje

Het leeshappertje laat de klanken/ lettergrepen verdwijnen volgens de leessnelheid die u aangeeft. De snelheid is zeer nauwkeurig per half puntje in te stellen. Als de leerling teksten van een bepaald (Avi)niveau goed op ritme kan lezen (zonder al te veel haperingen, verbeteringen en abrupte stops) kan de snelheid iets hoger worden ingesteld. Bij een moeilijkere tekst kan de snelheid iets lager worden ingesteld. De leerling kan dit ook zelf regelen.

Voorlezen in de Reader software

De reader heeft als doel om leerlingen op eigen kracht beter te leren lezen op tekstniveau. Uitgangspunten hierbij zijn fonologische ondersteuning en tekstvereenvoudiging. Dit gebeurt o.a. door visuele klankondersteuning (kleuren voor klanken), het aangeven van klankstukken (lettergrepen) en diverse andere verbeteringen in de tekstweergave.

Je kan de visuele fonologische ondersteuning (kleuren voor klanken) nu combineren met auditieve fonologische ondersteuning (voorlezen).

De nieuwe voorleesmogelijkheid kan een goede aanvulling zijn voor een leerling. Lezen met voorleesondersteuning kan helpen met het verbeteren van het begrijpend lezen en de technische leesvaardigheid. Dit kan vervolgens het leesplezier en de motivatie bevorderen.

Elke behandeling is maatwerk. De mogelijkheid tot voorlezen is een extra ondersteuning bij de fonologische ondersteuning en de maatregelen voor tekstvereenvoudiging. Leerlingen die baat hebben bij voorleesondersteuning hebben nu de mogelijkheid om deze functie aan te zetten, zie hieronder bij ‘Hoe werkt het’. Daarna kan de leerling zelf de stem en het tempo kiezen die hij/zij prettig vindt.

Wil je liever dat je leerling helemaal geen gebruik kan maken van de voorleesfunctie, dan kan je de mogelijkheid per leerling volledig uitschakelen. Zie hieronder bij ‘Uitschakelen voor leerling thuis’.

We zijn ervan overtuigd dat een aantal leerlingen met deze nieuwe mogelijkheid (extra) gestimuleerd wordt in hun leesontwikkeling. Heb je vragen of tips, dan horen we het graag. Mail naar info@fenlsoftware.nl

 

Hoe werkt het

Bij het lezen van een verhaal kan je het verhaal laten voorlezen via de menu linksonder. Hier kan je kiezen tussen het leeshappertje of voorlezen. Standaard is het leeshappertje gekozen.

  1. Open een verhaal in de reader om te lezen.
  2. Linksonder kan je de keuze maken uit het leeshappertje en de nieuwe functie voorlezen. Klik op Voorlezen.
  3. Indien gewenst kan je de stem, de snelheid van de stem en de pauze tussen de zinnen instellen.
  4. Druk op Play ▶ om te beginnen met voorlezen.
  5. Wil je de instellingen wijzigen? Druk op pauze ⏸ of stop ⏹.

 

Uitschakelen voor leerling thuis

Wil je liever dat je leerling helemaal geen gebruik kan maken van de voorleesfunctie, dan kan je de mogelijkheid per leerling volledig uitschakelen:

  1. Ga je eigen account naar het tabblad Leerlingen en zoek de leerling op.
  2. Klik in het menu van de leerling op: Ga naar → Gegevens en instellingen.

  3. Ga rechtsonder naar Reader instellingen wijzigen.

  4. Druk op het bolletje GEEN voorleesfunctie.

  5. Druk op Opslaan.

Ja dit kan en dit gebeurt al heel veel. De Taal in Blokjes Reader zorgt voor tekstvereenvoudiging. Moeilijke onoverzichtelijke teksten met kleine lettertjes worden beter leesbaar. Het technisch lezen wordt makkelijker en de leerling kan zich meer richten op het begrijpend lezen.

Werkwijze

  1. Voeg de leestekst toe aan de Reader, bijvoorbeeld van de begrijpend lezen-methode die de leerling gebruikt (of kies een verhaal uit de ingebouwde bibliotheek). Voeg eventueel een afbeelding toe. De tekstweergave wordt vanzelf vereenvoudigd met onder andere de kleurcodering van de klinkers, grotere letters en meer regelafstand. Deze vereenvoudiging is naar wens aan te passen. Stuur het verhaal door naar de leerling.
  2. De leerling leest de tekst in de Reader en klikt onderaan op 'klaar met lezen'. Er verschijnt een scherm waar de leerling een korte samenvatting schrijft. De samenvatting kunt u terugzien in de Reader bij de leesgeschiedenis van de leerling. Naast het oefenen van de schrijfvaardigheid kan zo ook gecontroleerd worden of de leerling de essentie van de tekst heeft begrepen.

Op deze manier kan de leerling bijvoorbeeld de tekst thuis voorbereiding. Na de voorbereiding maakt de leerling op school de vragen bij de tekst. Daarbij gebruikt de leerling de 'standaardtekst met kleine zwarte lettertjes' of de leerling mag daarbij ook de Reader gebruiken op een tablet. Naast de plezierige tekstweergave is dat ook fijn met het scrollen door de tekst en het uitvergroten van moeilijke woorden of kernwoorden.

Begrijpend lezen met de Reader

 

Ja, dat kan op twee manieren:

  1. De leerling kan zelf een verhaal schrijven en samen met de behandelaar/begeleider toevoegen aan 'Mijn verhalen' in het account van school of behandelaar. De tekst wordt automatisch gecodeerd en de leerling krijgt een plaats in de "wall of fame" als auteur.
    Je kan vervolgens het verhaal delen met de auteur en met je andere leerlingen!
    Is het een heel mooi verhaal voor iedereen die de Reader gebruikt? Wij kunnen het verhaal toevoegen aan de openbare bibliotheek. Mail hiervoor naar bieb@tibreader.nl.
  2. De leerling schrijft de hoofdgedachte van een verhaal op in het tekstvak dat na de knop "klaar met lezen" verschijnt. Zo kan ook gecontroleerd worden of de leerling de essentie van de het verhaal heeft begrepen. Het uiteindelijke doel van lezen is begrijpen wat er staat.

Met de Taal in Blokjes Reader kan het technisch lezen worden verbeterd en geoefend en er kunnen leeskilometers worden gemaakt. Daarnaast kan ook gewerkt worden aan het begrijpend lezen en de schriftelijke formuleervaardigheid (verhaalopbouw, verhaallengte, zinsbouw, hoofdletters, punten en spelling).

Ja dat kan. Je kan kiezen voor de weergave klinkers en medeklinkers coderen, alleen klinkers coderen, de kleurintensiteit traploos afbouwen (fade-out van de kleur) en kiezen voor 'zwarte tekst' (geen kleur). Op deze wijze kan je een mooie transfer maken van lezen met verschillende niveaus van hulp naar lezen zonder hulp.

Zie ook de vraag Taal in Blokjes in de praktijk » Wanneer kan je de kleuren voor klanken afbouwen?

83758e68-e5e4-4133-839b-f62d79414435
Je kan de klank- en lettergreepondersteuning gefaseerd afbouwen. Daarnaast kan je de kleurinstensiteit van de codering instellen (hier niet afgebeeld).

Ja dat is nodig, anders kan de Reader geen leesgeschiedenis bijhouden en geen samenvattingen van leerlingen opslaan.

Nee, de Reader werkt op Windows en Apple laptops en computers, maar ook op Chromebooks, de iPad en op andere andere tablets. De Reader werkt ook op de smartphone (en op de Snappet tablet).

TiB Reader op veel devices

Je kan een aantal verhalen per week voor je leerlingen klaarzetten en zoveel leerlingen toevoegen als je wilt. Je leerlingen kunnen thuis inloggen met hun eigen leerlingaccount en de teksten lezen met klankhulp en andere leesondersteuning. In jouw hoofdaccount kan je terugzien wat de leerling thuis heeft gelezen en geschreven. Benieuwd hoe dit werkt?
Bekijk deze korte video over de bieb en leesgeschiedenis.

Oefen thuis technisch lezen, begrijpend lezen en verhalen schrijven met de Taal in Blokjes Reader software

Aan de slag:

  • Voeg de leerling toe aan de software, de leerling krijgt vanzelf inlogcodes opgestuurd.
  • Zet verhalen klaar voor thuis en kies de klankhulp en de opmaak.
  • Kijk een week later de opdrachten na in de software en geef feedback over bijv. wat de leerling in het tekstvak heeft geschreven.

Opdrachten voor thuis:

  • Lees thuis de verhalen die zijn klaargezet (kies: zelf lezen / samen te lezen / om de beurt te lezen...)
  • Vraag de leerling om, samen met zijn ouders indien nodig, bij elk verhaal in het kort op te schrijven waar het verhaal over gaat (= begrijpend lezen en schriftelijk formuleren).

Tip: oefen thuis spelling met de Taal in Blokjes Reader software

Aan de slag:

  • Zet woordenlijsten van de taalmethode en/of de te behandelen spellingcategorieën klaar in de Reader software, kies de klankhulp, opmaak en voeg een afbeelding toe.
  • Geef de volgende week feedback over de spellingresultaten m.b.v. wat ouders en leerlingen in het tekstvak bij het woordbestand hebben geschreven.

Opdrachten voor thuis:

  • Lees (samen) de woorden, kijk goed naar de codering van de klanken en leg de lap-top of tablet weg.
  • De ouder leest elk woord hardop en laat het woord bouwen met de klankblokken, daarna wordt het woord opgeschreven (auditief dictee).
  • Ouders en leerling geven feedback over het dictee in het tekstvak bij het woordbestand.

Het voordeel van deze werkwijze is dat ouders en kinderen met de Reader kunnen nakijken of het blokwoord goed is gemaakt en of het woord goed is opgeschreven.

Hoe zijn kinderen geholpen met de Taal in Blokjes Reader software?

De reader software is ontwikkeld om leerlingen 'op eigen kracht' beter en sneller te laten lezen. Met klankhulp en de maatregelen voor tekstvereenvoudiging kunnen leerlingen ook 'lastige teksten' aan waar ze anders niet aan zouden beginnen. Dit bevordert het leesplezier en de leesmotivatie. De kleurcodering voor klanken en de andere hulpmaatregelen kunnen op maat worden ingesteld en stapsgewijs worden afgebouwd.

"Het stekelvarken is een groot knaagdier met een dikke nek, grote kop en een zwarte of zwartbruine vacht. Het meest opvallende van het stekelvarken zijn de 30 tot 40 centimeter lange, scherpe zwart-witte stekels."  (Avi-plus tekst)

De reader heeft een algemene bieb met verhalen op alle Avi-niveaus. Je kan ook je eigen content toevoegen, bijvoorbeeld eigen teksten, verhalen met een thema of teksten voor begrijpend lezen. Maar ook woordenlijsten zodat je de spelling kan oefenen. De software codeert alle teksten automatisch, dit hoef je niet zelf te doen.

Zie ook:

  • F&L-expertisecentrum: tips voor hoe je de reader kan inzetten
  • Benieuwd hoe de reader werkt? Bekijk de video's

"Ik begeleid kinderen met leesproblemen in het basisonderwijs. Naast Taal in Blokjes wil ik ook blijven werken met Connect. Kan ik Connect combineren met Taal in Blokjes en met de Taal in Blokjes Reader? Het thuis oefenen van herhaald lezen vind ik belangrijk."

Het is geen probleem om Connect en Taal in Blokjes naast elkaar te gebruiken of te combineren. Woorden zijn woorden en zinnen zijn zinnen. Taal in Blokjes laat zien hoe woorden in elkaar zitten en maakt door kleuren de klankstructuur duidelijk.

De werkwijze en didactiek van Connect kan gewoon worden gehandhaafd. Ik denk dat een combinatie de leesaanpak juist versterkt.

Met de Taal in Blokjes Reader software kan je uitstekend het herhaald lezen oefenen! Er zit een bieb in op leesniveau maar je kan ook Connect (Ralfi of andere teksten) aan de Reader toevoegen en aan de leerlingen thuis doorsturen om te oefenen. Deze teksten worden automatisch fonologisch gecodeerd en het leesniveau wordt bepaald. Geef de leerlingen de Connect teksten mee naar huis in de Taal in Blokjes Reader. De begeleider kan met de software ook zien hoe vaak de leerling een bepaalde tekst herhaald heeft gelezen en in hoeveel tijd. Deze  terugkoppeling is belangrijk voor het beoordelen van de resultaten en voor het aanpassen van de leesinterventie, indien nodig.

Het grote voordeel van de Taal in Blokjes Reader software is dat de opmaak voor elke leerling optimaal kan worden ingesteld. Bijvoorbeeld alleen klinkers coderen, lettergrootte, letterafsand, regelafstand en marges bepalen, lettergreep weergave aan/uit etc. Geen klankcodering toepassen is ook mogelijk. Bijvoorbeeld de makkelijke teksten zonder klankcodering aanbieden en lastige teksten met klankcodering (bij meerlettergrepige woorden alleen de klinkers coderen). Een ingewikkelde tekst kan, door een goede opmaak, heel leesbaar worden in de Reader!

stekelvarken zwart-wit en in kleurcode (1)

Meer informatie over de Taal in Blokjes Reader software

Een woordpakket is eigenlijk net als een verhaal in de reader, maar dan met woorden onder elkaar in plaats van een hele tekst.
Begin dus met het maken van een nieuw verhaal in de Taal in Blokjes Reader software. Daarna kan je de woorden in het grote tekstvak plakken of typen.

Veel woordpakketten staan op internet, kijk bijvoorbeeld op http://leestrainer.nl/Spelling/methode/

Meer tips over de reader gebruiken bij de spelling staan hier: Kan je de Taal in Blokjes Reader ook voor het oefenen van de spelling gebruiken?

Installeren is niet nodig! Het programma is web-based.

De leerkrachten, RT-ers en andere hulpverleners kunnen inloggen op www.tibsoftware.nl en kunnen gelijk aan de slag.
De leerlingen kunnen met hun leerlingaccounts thuis hetzelfde doen en de verhalen lezen die de hulpverlener heeft klaargezet.

De software werkt op alle apparaten met internettoegang waaronder laptops, desktopcomputers, tablets en smartphones.

De Taal in Blokjes Reader kan voortaan voorlezen!
Op deze wijze worden klanken en woorden visueel en auditief ondersteund.

Voor meer informatie zie: https://www.fenlexpertisecentrum.nl/faq/?fid=325
De Taal in Blokjes Reader is speciaal voor lezen ontwikkeld maar kan ook voor het leren van de spelling worden gebruikt.
Zie hiervoor vraag : Kan je de Taal in Blokjes Reader ook voor het oefenen van de spelling gebruiken?

Ja, dat kan, bijvoorbeeld in combinatie met de woordpakketten van school en de werkboeken van Taal in Blokjes.

Werkwijze Taal in Blokjes Reader software voor de spelling

  • Woordpakketten spelling invoegen in de Taal in Blokjes Reader software, bijvoorbeeld een woordpakket per bestand. Als er geen woordpakketten worden gebruikt, voer dan de kernwoorden per les in. Veel woordpakketten zijn digitaal beschikbaar. Zie ook Hoe kan je een woordpakket in de Taal in Blokjes Reader invoegen?
  • Woorden op klank laten coderen in de Reader en lay-out bepalen (lettergrootte, letterspatiëring, regelafstand, lettergreepweergave enz.).
  • Woorden samen hardop lezen.
  • Woorden blokken (auditief dictee blokken ) digibord uitdoen, tablet of laptop met Taal in Blokjes Reader software wegleggen. De leerling moet het woord op losse klank of op klankgroep hardop zeggen (voorbeeld: b-oo-t, of bo-ten*) en tegelijk het woord bouwen met de klankblokken.
  • Woorden laten op schrijven (auditief dictee woorden) waarbij de leerling mag kijken naar het woord dat hij met de blokjes heeft gemaakt.
  • Woorden samen nakijken met de Taal in Blokjes Reader software.
  • Moeilijke woorden ( fouten) opschrijven, verzamelen en gebruiken voor een nieuw woordbestand "mijn moeilijke woorden", deze extra aanbieden.

Tip 1: Voeg per woordpakket/bestand een leuke afbeelding toe van een woord dat in het bestand staat, bijvoorbeeld het plaatje van een pauw als het woord pauw in het woordpakket staat. Voor de leerling is het zo ook makkelijk te onthouden welk woordpakket is geoefend.

Tip 2: Zet de optie lettergreepweergave (streepjes tussen de lettergrepen) aan bij de woordpakketten voor spellingzwakke leerlingen.

Tip 3: Gebruik het digibord voor het samen lezen van de woorden en het nakijken van de blokwoorden en de geschreven woorden.
Zet de kleuren bij het nakijken van het auditief dictee eerst aan en daarna uit, zodat het eindproduct uit ongekleurde letters bestaat, gelijk aan het geschreven dictee van de leerling.

* het principe van de taal is: schrijf eerst wat je hoort, daarna pas je regels toe. Een klankgroep is hetzelfde als een lettergreep met uitzondering van de verdubbeling: je zegt pa-ken maar je schrijft pak-ken. Je hoort géén kk (anders is het ook geen regel die geleerd moet worden. Als je kk hoort, hoef je geen regel te leren). Laat de verdubbeling dus nooit uitspreken.

Heeft u een andere vraag? Neem dan contact met ons op.

StartDyslexieF&L methode®Taal in BlokjesVraag & antwoordErvaringen van gebruikersContact


Taal in Blokjes en F&L-expertisecentrum zijn handelsnamen van F&L methode B.V.

Copyright © 2007-2020 Thalita Boumans | Alle rechten voorbehouden | Privacyverklaring | Cookies



Wij gebruiken functionele en analytische cookies om ervoor te zorgen dat we u de beste ervaring op onze website kunnen bieden.OKLees meer