Je kan schrijven met het sprekende klankenbord Dit is een flexibele werkvorm van de Module software waarmee leerlingen auditieve woord- en/of zinnendictees en teksten (verhaaltjes) kunnen schrijven. Deze werkvorm is bedoeld om de spelling te oefenen én uit te leggen. Met het sprekende klankenbord kan je ook de klank-teken koppeling, de analyse van woorden in klanken en de woordsynthese oefenen.

Het “sprekende klankenbord” is een toetsenbord met klanken en onderdeel van de Taal in Blokjes Module software. Er zijn vier klankenborden in opklimmende moeilijkheidsgraad, deze corresponderen met de klankkaarten en de werkboeken van Taal in Blokjes. Bij het klanken toetsenbord worden de klanken uitgesproken bij het aanklikken van de toets (klank). De uitspraak van de klanken kan ook worden uitgezet. 

Het klankenbord wordt gebruikt voor de spelling, auditief dictee en het schrijven van zinnen en verhaaltjes. De uitspraak van de klanken geeft onmiddellijke feedback aan de leerling. Het meest eenvoudige klankenbord kan ook worden gebruikt bij leerlingen die de klank-teken koppeling nog niet volledig beheersen. Zie het voorbeeld hieronder. Als de leerling op de verkeerde toets drukt, hoort de leerling dat het niet klopt en kan hij zijn fout gelijk corrigeren. Naast spelling worden ook de klank-teken koppeling en de analyse en synthese van klanken met het sprekende klankenbord worden geoefend. 

 

Niveau: klankenbord 1, mkm-woorden. 

Leerlingen kunnen ook mkm-woordjes schrijven met het sprekende klankenbord van de Taal in Blokjes Module software (zie bijlage). Bijvoorbeeld: zeg 'aap' en laat de leerling aa-p intoetsen op het sprekende klankenbord. Als de leerling twijfelt, zweeft hij met de muis over de letters (klanken). Deze worden dan uitgesproken zodat hij de juiste letter kan kiezen zonder een fout te maken (klanken luisteren en visuele herkenning van de bijbehorende letters = klank-teken koppeling). De leerling hoeft zelf geen letters te schrijven. 

Op het gehoor kan de leerling al de goede letter bij de klank kiezen. Er hoeft nog nauwelijks letterkennis aanwezig te zijn. De leerling denkt bijvoorbeeld: ‘aa’ het was een van de gele, maar welke? Als de leerling over de klanken zweeft met de muis op het klankenbord van de software hoort hij: aa, ee, oo, uu. De leerling kan dan een keuze maken (auditieve discriminatie).  

Je kan ook voorzeggen: zeg het woord, bijvoorbeeld 'aap' en zeg tegen de leerling ‘aa-p’: kijk goed bij de gele en de blauwe toetsen bij het intypen van het woordje aap. Goed zo! Je hebt het woord ‘aap’ opgeschreven!