Marlies von den Benken

RT-er / Dyslexiecoach

Iteach deventer.
http://iteachdeventer.nl/

Ervaringen met de Taal in Blokjes methode, uit de praktijk van I Teach te Deventer.

 

De eerste kennismaking met een nieuwe leerling is altijd weer spannend. Hoe zal hij/ zij gaan reageren, heb ik een klik met zowel leerling als ouder?

Sinds twee-en-half jaar werk ik nu met de methode Taal in Blokjes, en bijna al mijn leerlingen hebben op de knieën over de tafel gehangen tijdens ons eerste gesprek. Druk in de weer met alle materialen die uiteindelijk op tafel komen. Niet zelden hoor ik van ouders ‘’Ik had alles verwacht, maar dit niet”. En dan in de positieve zin van het woord. “Leuk die blokjes, die kleuren en goh wat een verscheidenheid aan materialen”.

In een eerste kennismakingsgesprek komt ook altijd de opbouw van de methode aan bod. Dat onze Nederlandse taal bestaat uit heel veel woorden die je schrijft zoals je ze hoort, de zgn. klankzuivere woorden. Maar dat er ook een grote categorie is waarbij dat niet het geval is. De zgn. bijna klankzuivere woorden. Ik laat daarbij altijd de pyramide met de opbouw zien. Dat er vervolgens woorden zijn die je schrijft a.d.h.v. bepaalde ‘klankregels’.  De eeuwig terugkerende s en z of f en v. Dat er dan nog een groep woorden is die vastzitten aan grammaticale regels, bijvoorbeeld de regel bij het woord verlengen. Waarom schrijf ik hoofd met een d, terwijl ik een toch duidelijk een t hoor. Het grappige is dan, dat ouders daar ook ineens bij stil gaan staan. “Ja, dat is ook zo, gek daar heb ik nooit zo aan gedacht”. Of wanneer ik de regel dan even kort heb uitgelegd, “Ja, nu begrijp ik het ook pas goed”. Dat is dan weer goed voor de sfeer aan tafel en voor de leerling, die ziet dat zelfs zijn ouder nog wel eens tegen spelling aanloopt.

Om de pyramide dan maar even af te maken, blijven er uiteindelijk twee groepen over die voor iemand met dyslexie, extra moeilijk zijn. De leenwoorden en de woorden die nergens bij horen en die je ‘gewoon’ uit je hoofd zult moeten leren. Dat speelt nog niet altijd een rol. Maar bij mijn oudere leerlingen vertel ik ze gaandeweg dat er een verschil zit tussen een leenwoord en een Nederlands woord. Ik laat ze zien en horen dat die woorden heel anders in elkaar steken. De letters worden anders uitgesproken als in het Nederlands. Dat helpt niet altijd om de uitspraak goed te krijgen, maar zorgt er wel voor dat ze begrijpen waarom te dat fout doen. En dat heb je dan gewonnen.

Overzicht is ook heel belangrijk. Een ouder wil graag kunnen zien waar hij of zij aan begint.

Bij de Taal in Blokjes methode zit een mooi overzicht waarop duidelijk te zien is hoe er gewerkt gaat worden. Vanaf het behandelingsgericht onderzoek tot aan de periodieke evaluatie aan toe.

Het bepalen van het juiste niveau van de leerling is belangrijk om een juiste inschatting te maken waar hij moet instappen in de methode. Ik vertel dat ik daarvoor o.a. een dictee zal afnemen. Benadruk ook meteen dat dit niet een moeilijk dictee is maar dat hierin allerlei losse woorden voorkomen die te maken hebben met de opbouw van de ‘pyramide’. Ik zeg dat altijd meteen, omdat alleen al bij het woord dictee de leerling vaak een reactie geeft. Soms letterlijk in de vorm van “Oh nee he!” dan wel in de vorm van het in elkaar zien duiken van de leerling. Uitleggen waarom je iets doet is dan zo belangrijk!

Voor iedere leerling stel ik een behandelplan op. Waar staat de leerling, wat worden onze doelen. Ook daarvoor voorziet de methode. In een mooi overzicht vind ik alles wat ik daarvoor nodig heb. Gegevens over het technisch lezen, het spellen vanuit de school. Het laten schrijven van een tekst, maar ook het analyseren van de gegevens. Wat doet de leerling fout, hoe is zijn leesstijl. Leest hij traag maar nagenoeg foutloos, of leest hij snel en maakt hij onnodig veel fouten? Belangrijk om te weten om daar de behandeling op af te kunnen stemmen.

Het analyseren van de vrije tekst, hoe lopen de zinnen, hoe is de opbouw, de spelling en het gebruik van punten en komma’s. Tot slot wordt er stilgestaan bij de basisvaardigheden, het mondeling taalgebruik, de uitspraak, het hakken en plakken van woorden en het handschrift.

Als al deze gegevens zijn geanalyseerd worden deze vastgelegd in een behandelplan.

Even terug naar de methode.

Het grote verschil met een reguliere methode en de Taal in Blokjes methode is het feit dat er heel veel nadruk wordt gelegd op de klanken van onze taal. Vooral de klank-tekenkoppeling. Welke klank hoort bij welke letter. Dat gebeurt op school te weinig. Dat is niet erg voor de gemiddelde tot goede lezer, maar dat maakt wel het verschil voor iemand die moeite heeft met lezen. Deze leerling heeft baat bij het verkrijgen van inzicht in de klankstructuur van onze taal. Gebeurt dat te weinig dan raak zo’n leerling achterop en kan daar zelf niet meer uitkomen.

Een ander groot voordeel is dat de methode werkt met een zeer beperkt aantal spellingsregels. Acht verkorte basisregels maken dat de leerling de taal voldoende goed kan gaan begrijpen. 100% Foutloos spellen is ook niet het einddoel. Begrijpen waarom je woorden zo moet schrijven is veel belangrijker. Het kleine aantal aan regels maakt dat kinderen met dyslexie deze ook kunnen onthouden. Door de regels erg beperkt te houden zij overzicht en ontstaat er geen frustratie. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regels, maar bij de ene leerling leg ik die uit en bij de andere nu juist niet. Dat brengt alleen maar weer verwarring. Zo is de methode dus op maat te snijden voor een leerling. Spelling kan altijd nog met een spellingscontrole op de computer worden gecorrigeerd. Het belangrijkste is dat de leerling ervaart dat hij of zij de regels kunnen toepassen en dat de fouten op den duur verdwijnen. Dat motiveert!

Een van die simpele regels is de Leesregel. Want hoe moet je nu eigenlijk een woord, dat uit meerdere lettergrepen bestaat, goed lezen. Dat begint al om uit te leggen wat de klinkers en de medeklinkers zijn. En hierbij komen dan de mooie klankkaarten om de hoek zeilen. Nu wordt het ook duidelijk wat die gekleurde blokjes betekenen en waarom.

Maar er is nog meer. Ik pak de boeken erbij en sla ze open. Geen bladzijden vol met tekst, maar ruim opgezette pagina’s. Ondertussen met zeer waardevolle oefeningen die allemaal op wat voor een manier dan ook met taal te maken hebben. Ik heb zelf een boek ingevuld en zo kan de leerling zien hoe het wordt. Met de ouder loop ik een boek even door. Ook laat ik de vele oefenvormen zien. De nadruk ligt steeds op het koppelen van de juiste klank aan het juiste teken (=letter). De leerling moet straks aan de slag met de blokjes, gaat woorden inkleuren met accentueerstiften, gaat werken met kaartjes. Gaat een boek uitzoeken en gaat de woorden van dat verhaal ook inkleuren. Kortom er is een grote verscheidenheid aan materialen aanwezig. Dit is ook meteen weer een belangrijk punt van de methode. Hij werkt zo goed omdat de leerling de taal op zoveel mogelijk manieren krijgt aangereikt. Dat heet met een duur woord; multidisciplinair.

Het behandelplan geeft dan  inzicht in welke werkvormen ik  ga gebruiken. De werkboeken vormen een vast onderdeel hiervan, maar verder kan ik kiezen uit vele materialen en vele extra werkbladen die de methode rijk is.

En zo kom ik bij het volgende punt. Want bij dyslexie hoort ook de term hardnekkigheid. En wanneer iets hardnekkig is kost het dus veel tijd en moeite om dat te veranderen.

Nu ben ik zelf een ouder van twee zonen die zeer ernstig dyslectisch zijn, en ik weet hoe makkelijk het wordt gezegd dat je een kwartier per dag met je kind moet gaan oefenen.

Dat valt niet altijd mee. De dag wordt vaak opgeslurpt door allerlei dingen die nu eenmaal ‘moeten’ gebeuren.  Ik ga altijd even om de tafel zitten met de ouder en leg uit waarom het zo belangrijk is dat dit toch iedere dag gebeurd. En we kijken naar een goed moment. Wanneer is het in het gezin rustig?

De vele werkvormen tijdens de lessen komen terug in het huiswerk. Daarvoor is er een weekplanner. Door verschillende oefeningen in te zetten weet ik zeker dat alles goed aan bod komt. Een bladzijde uit het werkboek is iedere dag standaard. We kijken wanneer er meer tijd is binnen het gezin en  stemmen daar het huiswerk op af. De methode is dus erg flexibel zonder dat het aan kracht afneemt.

In een daaropvolgende les kijk ik het huiswerk na. Ondertussen kan ik mijn leerling gewoon aan het werk zetten, door een extra werkblad aan te bieden of extra blokwoorden. Door woorden bij de kaartjes te zoeken, die in vorige huiswerkopdrachten zijn gemaakt. Kort om er gaat geen tijd verloren.

Ook kan ik mijn leerling een oefening op mijn computer laten maken want ook daar is veel materiaal beschikbaar. En als er iets is wat kinderen tegenwoordig wel leuk vinden is het werken op een PC. Ook nu weer is daar eenzelfde opbouw gehanteerd als in de boeken. Toepassen dus!

Zelfs thuis kunnen leerlingen met de computer aan de slag, dan in de vorm van de Reader. Een ander onderdeel waarbij ik als docent een tekst kan opsturen naar mijn leerling. Een tekst die ik kan laten inkleuren door de computer, waarbij natuurlijk dezelfde kleuren worden gebruikt als in de rest van de methode.

Ook een tekst die ik zelf kan selecteren, uit de bestaande bibliotheek of van het internet.

Ik kan hem zelfs helemaal opmaken naar maat. Grootte, regelafstand, met of zonder zichtbare lettergrepen. Zelfs de kleur intensiteit kan ik laten afnemen, zodat mijn leerling geleidelijk aan zonder de extra ondersteuning van de kleuren kan gaan lezen. De leerling krijgt hierbij de opdracht om de tekst te lezen en er een korte samenvatting van te maken. Helemaal mooi is dat ik (achter de schermen) kan zien hoe lang hij over deze tekst heeft gedaan en ik meteen de samenvatting kan lezen.

Taal in Blokjes een methode waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat hij effectief is, maar die vooral erg fijne is om mee te werken. Speels, met kleuren als extra ondersteuning, vele werkvormen, zowel op papier als digitaal. Allemaal taalkundig en taakgericht. Veel aandacht voor de klank-tekenkoppeling. Gericht op het verkrijgen van inzicht in de klankstructuur van onze taal. Daarnaast krijgt de leerling ook inzicht in zijn manier van denken, een cognitieve methode dus. Belangrijk om vervolgens dingen te kunnen toepassen. Weten waarom je iets moet doen, zorgt ervoor dat je het ook daadwerkelijk gaat toepassen.

Tot slot nog te combineren met auditieve ondersteuning. Het programma Claroread biedt de mogelijkheid om tekst te laten voorlezen. Maximale ondersteuning kan zo worden gegeven. Niet alleen bij jonge kinderen maar tot volwassenen aan toe.